Buffers helpen banken door coronacrisis heen
Banken worden wel geraakt door de gevolgen van het coronavirus, maar hebben genoeg buffers om gewoon geld te kunnen blijven uitlenen. Dat stelt De Nederlandsche Bank (DNB) in zijn halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit. De Nederlandse bankensector merkt wel dat de winstgevendheid verder onder druk komt te staan. Ook verzekeraars en pensioenfondsen hebben last van de coronacrisis, al hebben zij vooral te lijden van koersdalingen van hun beleggingen.
DNB keek bij zijn stresstest voor de banken naar een aantal scenario’s. In het zware scenario krimpt de economie dit jaar met 12 procent en lijden de banken verliezen op krediet tot 23 miljard euro. De CET1-ratio, die het kapitaal van de bank afzet tegen de bezittingen, zal dan flink dalen. Omdat de kapitaalratio’s van de Nederlandse banken nu relatief hoog zijn, kunnen de banken die verliezen opvangen zonder dat de kredietverlening in het geding komt.
Om te kijken waar de grenzen liggen van wat de banken kunnen opvangen, bekeek de centrale bank ook een scenario waar alles tegelijk misgaat. In dat scenario krimpt de economie ook volgend jaar nog stevig en treedt er pas in 2022 voorzichtig herstel op. Als dat gebeurt lopen de kredietverliezen voor de banken op tot 40 miljard euro. Voordat het zover komt zullen de banken dan de kredietverlening terug schroeven omdat hun buffers te dicht bij de minimumeisen komen. Dat betekent dat ze hun rol bij het economische herstel minder goed kunnen vervullen en de economie meer schade oploopt.
DNB constateert verder dat de verliezen op de financiële markten grotendeels zijn goedgemaakt na ingrijpen door overheden en centrale banken. De financieringscondities zijn nog wel minder gunstig dan voor de uitbraak van het coronavirus en de markten blijven onrustig, DNB sluit nieuwe koersdalingen dan ook niet uit.