Sloop ”Dodewaard” geen gelopen race
Een veelhoekige grijze gebouwenpuist in de uiterwaarden langs de Waaldijk is wat rest van de eens zo fiere en beeldbepalende kerncentrale van Dodewaard. Het trotse experimentele reactorgebouw staat er troosteloos bij; sinds 21 mei zelfs getekend met een roetveeg.
Niet het veel grotere Borssele, maar het kleine Dodewaard met zijn kerncentrale van 58 megawatt werd begin de protestjaren tachtig gepromoveerd tot het haatsymbool van de anti-atoomlobby. De organisatie Dodewaard Gaat Dicht, wist samen met Breek Atoomketen Nederland (BAN) jarenlang duizenden demonstranten op de been te krijgen.
Beïnvloed door de politieke discussie die ontstond na het incident met de centrale in het Amerikaanse Harrisburg (1979) en de ramp met de kerncentrale in het Russische Tsjernobyl (1986), nam de tegenstand tegen kernenergie in ons land toe en werden de protesten feller en agressiever. In Dodewaard kwamen burgers en demonstranten tegenover elkaar te staan en de ME moest diverse malen voorkomen dat tentenkampen op gekraakte weilanden door boze boeren en burgers onder de stinkende gier werden gespoten.
Dodewaard en omgeving koesterden hun veilige centrale, totdat de energieverwekker op 26 maart 1997 uit bedrijf werd genomen. En dan te bedenken dat het in eerste instantie de bedoeling was bij Dodewaard vijf kerncentrales naast elkaar te plaatsen. Op de dag dat de knop letterlijk om ging, vloeiden er tranen binnen en buiten de centrale. Op dit moment rust het gebouw tot de straling zodanig is afgenomen dat sloop veilig kan gebeuren.
De definitieve ontmanteling staat gepland voor 2045, maar uitstel is niet ondenkbaar, vertelt Rutger Schimmelpenninck, president-commissaris van het Nederlands Elektriciteits Administratiekantoor NEA, de aandeelhouder van eigenaar GKN (Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland). Het NEA is op zijn buurt weer in handen van een viertal internationale elektriciteitsproducenten, nadat lagere overheden in 2009 hun aandelen van Nederlandse energiemaatschappijen van de hand deden.
Roestvorming
Twee weken geleden werd het land wakker geschud door brand in de centrale en haalde ”Dodewaard” weer eens het nieuws. Een ingesloten, ontmantelde en rustende reactor betekent niet dat er geen activiteiten meer zijn. Onderhoud blijft nodig en de ventilatoren draaien nog steeds, legt sitemanager Dick Kers (60) uit. Vanaf 1982 is hij verbonden aan de centrale. Hij is een van de drie nog overgebleven werknemers. „Binnenin de veilige insluiting is nog sprake van radioactieve straling. Door droge en stofvrije lucht naar binnen te zuigen, voorkomen we roestvorming. De lucht gaat vervolgens gefilterd naar buiten en heeft een lagere radio-activiteit dan de natuurlijke omgeving.”
Omdat pas in 2045 de radioactiviteit in het gebouw zo laag is dat de kosten van de afbraak –die zeven jaar duurt– net zo hoog zijn als de daarvoor bestemde ontmantelingsreserve van 66 miljoen, moet tot die tijd zowel de buiten- als binnenzijde van de centrale in goede conditie blijven. „De mate van radioactiviteit bepaalt in belangrijke mate ook de kosten van de sloop. Iedere 5,27 jaar vervalt de helft van de straling”, verduidelijkt Schimmelpenninck. „Concreet: op dit moment zou je radioactieve onderdelen met een tang moeten verwijderen. Straks kun je dat bij wijze van spreken doen met handschoenen aan.”
Voor het onderhoud tot 2045 is nog eens 19 miljoen gereserveerd, vervolgt hij. „De staat beweert op basis van eigen onderzoek echter dat er meer geld nodig is voor de ontmanteling. Een aanbod van de NEA om nog eens 25 miljoen extra in dat potje te stoppen is in eerste instantie door het Rijk afgewezen. Rechtzaken over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid liggen op dit moment even stil.”
Brandoefening
Omdat ook met het Rijk afgesproken is dat het gebouw in een optimale conditie blijft, was de brand van 21 mei een flinke domper. Kers: „Dakdekkers waren bezig het mastiek (asfaltmengsel) op het dak van een van de gebouwen te vervangen. Daarbij is de isolatielaag tussen de beplating en de 60 centimeter dikke betonnen muur van het reactorgebouw in brand gevlogen. De brandweer heeft die brand moeten blussen, waardoor er via de ventilatieschacht ook water in het gebouw is gekomen. We zijn nu bezig om dat op te ruimen en ook de isolatielaag en de beplating zullen straks worden vervangen. Het schadebedrag is nog niet bekend.”
Gevaar voor de omgeving is er nooit geweest. „We houden regelmatig brandoefeningen in en rond de centrale en dit scenario was vooraf al een keer getraind door de brandweer.”
In Dodewaard zal nooit meer een atoomcentrale staan, is de overtuiging van zowel Schimmelpennick als Kers. „Dodewaard leverde 58 megawatt en in de huidige tijd produceert een kerncentrale minstens 1000 megawatt.”
Maar dat kernenergie een mogelijkheid is om aan de klimaatdoelen te kunnen voldoen, is voor beiden –op persoonlijke titel– zo helder als glas.