Coronacrisis brengt vervolgde kerk dichterbij
Op zondag 7 juni doen honderden kerken in ons land mee aan de jaarlijkse Zondag voor de Vervolgde Kerk. De coronacrisis brengt de impact van vervolging en isolement onverwacht dichtbij. Tijd om de band met miljoenen vervolgde christenen te versterken.
De omstandigheden waaronder dit jaar de Zondag voor de Vervolgde Kerk plaatsvindt, zijn bijzonder. Meer nog: typerend voor de situatie van de christelijke kerk. De coronacrisis heeft in veel landen geregelde kerkgang vrijwel platgelegd. Fysieke ontmoeting in een kerkgebouw is voorlopig niet mogelijk en zelfs met gevaren omgeven. Zingen mag niet, vanwege het besmettingsrisico. En in een anderhalvemetersamenkomst moeten veel kerkleden noodgedwongen thuisblijven, omdat er onvoldoende ruimte is. Pastoraal bezoek aan kwetsbare gemeenteleden, in het bijzonder ouderen, is nauwelijks mogelijk.
Onderlinge band
Dat zijn feiten waarmee de vervolgde kerk al jaren vertrouwd is. In veel gevallen heeft zij te maken met een onderdrukkende overheid of een vijandige samenleving, die gelovigen het moeilijk maakt elkaar in vrijheid en rust te ontmoeten. De geslotenheid van sommige landen betekent dat veel gelovigen zich in een isolement voelen. Anders dan voorgaande jaren ervaren kerken in vrije en democratische landen nu min of meer hetzelfde, door een wereldomspannende ziektedreiging.
Dat is een verrassende andere kant van de coronacrisis, hoe tragisch die pandemie ook is. De lockdown in westerse landen bepaalt veel christenen erbij hoe belangrijk de onderlinge band met elkaar is. En dat onlinesamenkomsten nooit de lijfelijke ontmoeting kunnen vervangen. Meer dan andere jaren dringt het besef binnen wat het betekent om als leden van Christus’ Lichaam van elkaar gescheiden te zijn.
Dat schept een vernieuwde en hopelijk nog warmere band tussen broeders en zusters wereldwijd. De themazondag voor de vervolgde kerk had dan ook niet op een beter moment kunnen komen. We ervaren immers ook de pijn van het isolement. We merken hetzelfde verlangen op om samen te komen en God hartstochtelijk te eren. Het gebed verenigt ons in de liefde voor Jezus Christus, die voor ons de krans (”corona” in het Latijns) van gerechtigheid heeft verworven. En dan hebben wij ondanks de crisis nog veel vrijheid en kunnen we onlinebijeenkomsten bijwonen. Dat is voor vervolgde christenen over het algemeen geen optie.
Moreel kompas
Bidden voor de vervolgde kerk wordt met het jaar urgenter. De godsdienstvrijheid staat wereldwijd onder druk. Circa 260 miljoen christenen – bijna net zoveel als het aantal inwoners van Indonesië – worden om hun geloof vervolgd. Dat zijn er 15 miljoen meer dan vorig jaar. Niets wijst erop dat die verontrustende tendens een halt wordt toegeroepen. Uit grondige rapportages van onder andere Open Doors, Kerk in Nood en de Amerikaanse overheidscommissie voor godsdienstvrijheid USCIRF blijkt dat de repressie toeneemt.
De radicale islam wint in het noorden van Afrika terrein en bedreigt christelijke gemeenschappen met grof geweld. In India rukt een extremistisch-nationalistische opvatting over het hindoeïsme op en daarmee wordt de grondwettelijke geloofsvrijheid van moslim- en christenminderheden aangetast. China voert de controle op kerken op sinds ruim twee jaar geleden een verscherpte godsdienstwet is ingevoerd: er hangen camera’s in kerkzalen, voor tieners is het verboden een kerk binnen te stappen en kruisen zijn vervangen door communistische symbolen of portretten. In Latijns-Amerika wordt de kerk aangevallen, als zij een moreel kompas wil zijn tegenover drugskartels en criminele bendes.
Grensdoorbrekend
Tegenover die sombere ontwikkelingen staat de rotsvaste overtuiging dat Christus regeert. In dat geloof mogen de kerken zondag bidden, tot Hem en voor elkaar. De Zondag voor de Vervolgde Kerk is nuttig en nodig, omdat die de grensdoorbrekende kracht van het gebed laat zien. Daarnaast kan deze zondag zorgen voor verbroedering, verbinding en bewustwording. En last but not least ook voor bemoediging voor de lijdende kerk: wij zijn jullie niet vergeten, meer dan ooit zijn we verbonden met elkaar.
De auteur is directeur van Open Doors Nederland.