Column: Opwekking
Mismoedig ging ik Pinksteren tegemoet. Wat heeft het preken van ons dominees nog voor zin, vroeg ik me af. Het Nederlands Dagblad wist het zeker: Opwekking gaat met Pinksteren niet door. De krant stond daarin niet alleen. De Stentor beperkte dat niet doorgaan tot Biddinghuizen. Vijf dagen geleden kwam de krant erop terug. Opwekking gaat toch door. Ik vroeg me verbaasd af of krantenredacties daar ook al de regie over voeren. Het betrof bij nader inzien de vijftigste Pinksterconferentie Opwekking in Biddinghuizen, voor het eerst nu digitaal.
Tot 1 juni geen evenementen, zei het kabinet. Maar gisteren gingen terrassen en restaurants eindelijk open, met inachtneming van de juiste onderlinge afstand. De kerken mogen maximaal weer dertig leden toelaten, maar zingen wordt sterk ontraden. Zelfs met mondkapje of spatscherm voor. Dus mond dicht bij ”Opent uwe mond” en ook geen ”gejuich” of ”schoon gegalm”. Neuriën mag nog net. Het is wachten op de eerste cd: ”Genemuiden neuriet” Of: ”Zestienhonderd neuriënde mannen vanuit Katwijks Nieuwe Kerk”. Dat wordt een gezoem als van een hommelnest of bijenkast, voorspelt mevrouw Belder. Wordt zoemen het nieuwe normaal? Klonk ons vrolijk of klagend zingen, langzaam of gehaast, dan toch als getier in ’s Heeren oor?
Ondertussen strijden enkele prominente collega’s over de vraag of we de overheid gehoorzaam moeten zijn, en zo ja tot hoever. Misschien maakt een geestelijke opwekking die vraag wel overbodig.
“Opwekking gaat met Pinksteren niet door”, kopte het ND. En dat is nou precies waar een christenmens zo sterk naar verlangt en om bidt! Hij ziet uit naar nieuwe blijken van Gods gunst. Naar een breed geestelijk ontwaken, dat velen worden toegevoegd aan het Koninkrijk van God. Het zal merkbaar worden in de predikers. Wij zullen Christus verkondigen met hart en ziel, in de kracht van de Heilige Geest. Het verlangen daarnaar is al een voorzichtig teken van beginnende opwekking.
Als één ding duidelijk is dan wel dit: wij maken geen opwekking. Die is altijd het verrassende werk van God. Maar wie ernaar uitziet dat Hij verheerlijkt en geprezen wordt door velen –waarom niet door allen?– zal ervoor op de knieën gaan.
Het eerste waar het gemerkt wordt als God een opwekking geeft is de weekdienst, aldus mijn eigen dominee. En voor veel gemeenten geldt dat niet minder de tweede zondagse dienst. Wie ’s morgens zegen ontvangt, kan de andere diensten onmogelijk verzuimen. „Ons beste voedsel is honger”, aldus de diepzinnige Samuël Rutherford.