‘Congressector moet vertrouwen bezoekers winnen’
Congres- en vergadercentra in Nederland moeten het vertrouwen winnen van bezoekers en de overheid dat zij zakelijke evenementen veilig kunnen organiseren in coronatijd. Dat was de conclusie van twintig kopstukken uit de sector die dinsdag het eerste 1,5 metercongres in Nederland hielden, in Postillion Hotel Amsterdam. „Mensen ervaren het als positief om weer fysiek bij elkaar te komen. Wij moeten nu stapje voor stapje laten zien dat we dat veilig kunnen organiseren”, zei Geerte Udo van marketingorganisatie amsterdam & partners.
„Er hangt een groot risico in de lucht dat we te snel gaan en een terugval krijgen”, aldus Udo. „Een hybride model van zowel online als fysieke bezoekers van congressen is daarom noodzakelijk”. Pieter Bas Boertje, directeur van D&B Eventmarketing, noemde China als voorbeeld. „Ze houden daar alweer congressen met 3000 man en werken met temperatuurmetingen en apps. Mensen pakken het vertrouwen dan snel op.”
Erik-Jan Ginjaar, directeur van Postillion, merkte op dat iedereen in de sector naar elkaar kijkt. „Wie is het eerste? Welke beurs gaat als eerste door? We moeten aan elkaar, maar ook aan de overheid, overtuigend bewijs leveren dat het veilig kan.” Postillion, dat zich vooral richt op congressen en grote vergaderingen, doet dat met een aantal maatregelen. Zo wijzen stickers bezoekers op de juiste looprichting en worden stoelen en tafels op voldoende afstand geplaatst. Ook wordt met een speciaal systeem ervoor gezorgd dat er niet te veel mensen er in één ruimte zijn en wordt hun lichaamstemperatuur bij binnenkomst gemeten.
„Economisch gezien zitten we als sector niet in het meest zonnige weer”, stelde topvrouw Désirée Baltussen van Ahoy Rotterdam vast. „Maar het gaat nu niet om de winst, maar om laten zien dat we de organisatie aankunnen. We gaan bij onze klanten en toeleveranciers kijken hoe we voor iedereen de kosten iets lichter kunnen maken en die samen kunnen dragen.”
De Nederlandse congressector wil ook een voorbeeld zijn voor de internationale markt. „Nederland is een land dat bekend staat om innovatie”, zei Wilbert Lek van marketingbureau Rotterdam Partners. „We moeten eerst lokaal laten zien dat we het goed doen, en dat daarna ook in het buitenland op gang brengen.”