Industrie Nederland krimpt nog sterker in mei
De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie is als gevolg van de coronacrisis in mei nog sterker gekrompen. Dat meldde de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi).
De inkoopmanagersindex van Nevi, die de bedrijvigheid meet, kwam uit op een stand van 40,5, het laagste niveau sinds het hoogtepunt van de financiële crisis in mei 2009. Een stand van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp. Economen hadden in doorsnee op een niveau van 43,9 gerekend. In april was al een recorddaling te zien van de graadmeter.
Volgens Nevi daalde de productie in het op één na hoogste tempo ooit en de afname van het aantal nieuwe orders, de derde op rij, was één van de grootste sinds het begin van dit onderzoek. Hetzelfde geldt voor de exportorders. De werkgelegenheid nam in de op één na grootste mate in bijna elf jaar af.
„Veel ondernemers geven aan tijdelijke banen te hebben geschrapt om kosten te besparen. Aangezien de orderportefeuilles verder zijn geslonken en het aantal nieuwe orders verder afneemt, is het de vraag of de industrie de bodem al bereikt heeft”, zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO. „Sommige bedrijven, zoals producenten van verpakkingen voor consumentengoederen, kunnen in juni waarschijnlijk profiteren van de verlichting van lockdowns in binnen- en buitenland. Maar de vraag naar kapitaalgoederen zal naar verwachting de komende maanden nog zwak blijven.”