De goede belijdenis voor veel getuigen
In onze gemeente is het de gewoonte dat de belijdeniscatechisanten op Tweede Pink-sterdag openbare belijdenis van het geloof afleggen. Ter voorbereiding doen ze kennis op van de geloofsleer en voeren ze gesprekken met predikant en medecatechisanten. Als het goed is, wordt er ook persoonlijk veel gestreden en gebeden. Het is ieder jaar ontroerend als de nieuwe leden de kerk binnenkomen terwijl de gemeente Psalm 17:3 zingt: „Ik zet mijn treden in Uw spoor.”
Dit jaar gaat de belijdenisdienst niet door. De coronacrisis maakt het doen van openbare belijdenis van het geloof onmogelijk. Dat is een grote teleurstelling voor de nieuwe leden, bij ons en in veel andere gemeenten. Maar ook voor de gemeenten. Want het is bijzonder als (jonge) mensen hun jawoord aan de Heere mogen geven.
Belijdenis doen gebeurde al in de Bijbel. Paulus herinnert Timotheüs aan de goede belijdenis die hij beleden heeft voor veel getuigen. Waarvan Timotheüs belijdenis deed? De kanttekeningen bij de Statenvertaling geven het antwoord: „namelijk van Christus getrouw te zullen dienen…” Ten diepste gaat het daar in elke belijdenisdienst om. Dat nieuwe leden publiekelijk verklaren niet meer zonder Christus te kunnen leven. Dat zij ernaar verlangen Hem trouw te zullen dienen. Daarmee zet ik hoog in. Ik weet dat sommigen ”belijdenis van de waarheid” afleggen. Dat anderen zich niet tot Gods kinderen durven rekenen. Toch wil ik de norm van belijdenis doen laten staan: de belofte van Christus getrouw te willen dienen, gepaard gaande met de bede of Hij Zelf wil schenken wat Hij van ons vraagt.
Belijdenis doen voor vele getuigen is niet mogelijk dit jaar. Althans niet in de kerk. Misschien wel ergens anders. Ik daag alle belijdeniscatechisanten van het afgelopen seizoen uit om hun geloof te belijden voor veel getuigen: familieleden, buren, collega’s, vrienden. Hoe? Ik noem drie manieren.
In de eerste plaats door te laten zien waar je werkelijke houvast ligt in de huidige crisis. Dat ligt niet in financiële of medische zekerheid. Maar in de schuilplaats van de Allerhoogste. Corona maakt de toekomst onzeker en mensen angstig. Je doet belijdenis als je, waar dat te pas komt, in alle bescheidenheid mag getuigen dat jij je geborgen weet in de schaduw van de Almachtige.
Vervolgens door je handen uit de mouwen te steken waar je dienstbaar kunt zijn. Een christen sluit zich niet op in zijn cocon, maar wil zijn krachten en gaven besteden in dienst van de ander. De Heere Jezus noemt als kenmerken van de schapen die op de laatste dag aan Zijn rechterhand gezet zullen worden dat zij hongerigen gevoed, vreemdelingen geherbergd, naakten gekleed en zieken en gevangenen bezocht hebben. De tijd waarin we leven, wordt gekenmerkt door veel nood en eenzaamheid. Belijders van Gods Naam kunnen naar mogelijkheden zoeken om die noden te lenigen. Om daarmee iets van de gestalte van de Heere Jezus Zelf te laten zien.
Ten slotte door vreemdelingschap te oefenen. Een vreemdeling is burger van twee werelden. Hij loopt hier wel rond maar is slechts op doorreis. Tot zijn bestemming komt hij pas als hij Thuis is. Hij draagt uit dat veel aardse dingen betrekkelijk zijn. Dat maakt hem tot een lichtdrager en een wegwijzer.
Laten de belijdeniscatechisanten zo elke dag maar belijdenis doen voor veel getuigen. In afwachting van het moment dat ze in de kerk alsnog hun jawoord mogen geven.