Griekenland heeft de euro ingevoerd en moet zich dus houden aan de Europese begrotingsregels. Die verbieden een tekort van meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product op straffe van boetes. Sinds de euro publiceert Griekenland, in de jaren negentig een notoire schuldenmaker, keurige cijfers. De EU was al wantrouwig en zette er in kleine lettertjes onder dat de Griekse gegevens nog niet definitief waren.

Dat is, naar nu blijkt, zacht uitgedrukt. In het jaar 2000 was het tekort al 4,1 procent, terwijl altijd 2 procent is gerapporteerd. Sindsdien is het gat in de begroting nooit minder dan 3 procent geweest.

In 2001 en 2002 was het tekort 3,7 procent, terwijl het officiële cijfer een keurige 1,4 was. Afgelopen jaar ging het tekort naar 4,6 procent en dit jaar stevent de regering af op een fors tekort van 5,3 procent. Dat is het hoogste tekort dat een euroland ooit heeft gerapporteerd. De dure Olympische Spelen vormen de voornaamste kostenpost.

De huidige conservatieve regering heeft de gegevens van de afgelopen jaren, toen de socialisten aan de macht waren, laten herberekenen. Volgens minister Alogoskoufis van Economische Zaken moesten de inkomsten van de sociale zekerheid naar beneden worden bijgesteld. Bepaalde aankopen voor het leger waren domweg helemaal buiten de boeken gebleven.

Het is niet voor het eerst dat mooie cijfers niet blijken te kloppen. Portugal moest enkele jaren geleden ook de gegevens van de vorige socialistische regering bijstellen en direct bezuinigingen doorvoeren.

Gisteren noemde president Trichet van de Europese Centrale Bank de Griekse bijstellingen een „enorm probleem.” Donderdag zou het bureau Eurostat met herziene cijfers van alle eurolanden.