Waar komt die allergie vandaan?
Wat kan ik voor u doen? Zo begint menig consult in de huisartsenpraktijk. De patiënt vertelt en de dokter hoort aan. Maar dan moet de patiënt natuurlijk wel alles wat belangrijk is bijhouden en op tafel leggen. Anders heeft klagen over het spreekuur weinig zin.
Wanneer doet een arts het goed? De opvattingen daarover verschillen van patiënt tot patiënt. Logisch, nietwaar? Wat voor de een onmiskenbaar een voorbeeld is van ondermaatse zorg doet de ander schouderophalend af met een laconiek ”er zijn ergere dingen.” Een voorval dat patiënt A onmiddellijk indeelt in de categorie ”pech gehad” is voor patiënt B reden om naar de tuchtrechter te gaan.
Laten we het iets concreter maken: is een rekening van 147 euro een tuchtzaak waard? Voor een zinnig antwoord is die vraag natuurlijk te algemeen. Veel hangt immers af van het soort behandeling waarvoor dat bedrag in rekening werd gebracht. Voor een zinvol vervolgonderzoek, of voor een doorverwijzing die duidelijk overbodig was?
Voor dergelijke vragen staat de tuchtraad in een zaak van een patiënte met allergieklachten. Huiduitslag, om precies te zijn. Brandend en rood.
Waar komt dat zo opeens vandaan? De huisarts volgt de spreekwoordelijke aanpak uit het boekje: hij informeert of er de afgelopen dagen veranderingen zijn geweest in het dagelijks leefpatroon.
Hij spitst zijn vraag toe op eetgewoonten en het gebruik van huishoudelijke producten, maar de reactie die hij krijgt levert weinig op. Geen veranderingen, zegt de patiënte.
De arts neemt daarop zijn toevlucht tot anti-allergiemedicatie en schrijft cetirizine voor. Het is een erkend middel voor het blokkeren van histamine, het beruchte stofje dat onder meer bij hooikoortspatiënten zorgt voor een overreactie van het afweersysteem.
Allergietest
Tevergeefs, twee dagen later meldt de patiënte zich weer. De klachten zijn niet verminderd. Sterker nog, door het innemen van de capsules lijkt de uitslag alleen maar erger geworden te zijn. Ze dringt aan op verder onderzoek.
Dat is voor de arts het moment om voorzichtig tegengas te geven. Onderzoek? Prima, maar weet wel dat de oorzaak van een allergische reactie soms lastig te vinden is.
Het vervolgbesluit lijkt op het eerste gezicht het toppunt van logica, maar maakt hem toch tot het middelpunt van een tuchtzaak: hij stuurt de vrouw voor een allergietest naar het ziekenhuis.
De kosten? Inderdaad, 147 euro. Uit eigen zak te voldoen.
Een fors bedrag, vindt de vrouw. Getriggerd door de beginvraag van het eerste consult over de veranderingen in het dagelijks leefpatroon zet ze de zaak voor zichzelf nog eens op een rij. Opeens valt het kwartje. In het hele land worstelen apotheken met het verstrekken van anticonceptiepillen en zijn er lege schappen, omdat de leveringen zijn vertraagd. Veel apothekers, ook de hare, geven daarom tijdelijk vervangende middelen mee.
Een vlugge blik op de kalender leert dat de datum waarop ze andere pillen begon te slikken en die waarop de huiduitslag zichtbaar werd een en dezelfde is. Dat ze dat niet eerder had bedacht!
Maar, redeneert ze dan, die leveringsproblemen waren landelijk nieuws dat de huisarts onmogelijk heeft kunnen ontgaan. Waarom dan dat geklungel met cetirizine en die dure allergietest? Hij had het gesprek toch gewoon kunnen beginnen met de vraag: Mevrouw, slikt u sinds kort soms een andere pil?
Te ver
De tuchtraad vindt de zaak nog wel een zitting waard, maar veegt de redenering, en de klacht die eruit voortvloeit, vervolgens van tafel. Dat de arts uit zichzelf het verband met de genoemde leveringsproblemen had moeten leggen gaat het college echt te ver.
De vrouw krijgt dus geen gehoor ten aanzien van haar klacht over de dokter. En kan bij zichzelf te rade gaan met de vraag: Was ik wel een goede patiënt?
In deze maandelijkse rubriek staat een actuele medische tuchtzaak centraal.