Geen coronadoden in Rwanda en Uganda, maar de regels blijven strikt
Het aantal gevallen van corona in Afrika loopt gestaag op, maar de cijfers steken gunstig af in vergelijking met Europa en Amerika. De vrees is echter dat de maatregelen erger uitpakken dan de kwaal.
Er is in Rwanda volgens de officiële cijfers nog geen enkele dode gevallen als gevolg van corona. Toch blijven de scholen er nog zeker tot in september dicht. Ook kerken en cafés moeten vooralsnog gesloten blijven.
Het Afrikaanse land, waar vrijdag op ruim 12 miljoen inwoners 320 gevallen van corona geregistreerd waren, laat de teugels in de strijd tegen het virus maar zeer geleidelijk aan vieren. Voorzichtig aan mag er weer wat meer, zoals trouwerijen met maximaal vijftien aanwezigen.
In buurland Uganda (43 miljoen inwoners), met 160 geregistreerde gevallen en eveneens nul doden, is het beeld gelijk. De president kondigde deze week versoepelingen aan voor winkels, restaurants, markten en het openbaar vervoer. Maar ook hier blijven de scholen voor de meeste leerlingen de komende weken nog dicht en blijft er een avondklok in stand.
Snelheid
Beide landen namen al bij de eerste coronagevallen zeer strenge maatregelen. Uganda legde bijvoorbeeld het hele openbaar vervoer plat, sloot de grenzen en bepaalde dat op markten enkel nog voedselwaar verkocht mocht worden. President Yoweri Museveni vroeg de bevolking bovendien 32 dagen binnen te blijven.
„We weten uit ervaring dat één dag in een epidemie veel kan betekenen”, stelde Sabin Nsanzimana van het Rwanda Biomedical Center in The New Yorker. Ofwel: snelheid is geboden.
In heel Afrika zijn er tot nog toe, op 1,2 miljard mensen, ruim 95.000 gevallen van corona geregistreerd en 3000 sterfgevallen. De meeste slachtoffers zijn te vinden in noordelijke Afrikaanse landen, zoals Algerije en Egypte, en in Zuid-Afrika. Kameroen, Nigeria en Ghana kennen elk enkele duizenden gevallen en zijn daarmee uitschieters in West-Afrika.
De grote angst dat het virus zich zeker in de dichtbevolkte delen van Afrika razendsnel zou verspreiden, ongehinderd door goede gezondheidszorg, is tot nu toe niet uitgekomen. Verhoudingsgewijs doet Afrika het vooralsnog beter dan Europa of Amerika.
Het is uiteraard niet zeker dat dit beeld overeind blijft. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde er deze week voor dat er nog veel gevallen op het continent kunnen volgen. De organisatie rekent met zo’n 250 miljoen coronapatiënten in het eerste jaar van de epidemie en tussen de 150.000 en 190.000 doden. Daarbij komen indirecte doden, omdat er voor andere ziekten minder aandacht is. Het lijkt er bovendien op dat er in meedere Afrikaanse landen sprake is van onderrapportage.
Jong
Voor de vooralsnog lage cijfers uit Afrika zijn een heel aantal verklaringen voor aangedragen, zoals het feit dat de bevolking van Afrika relatief jong is.
Anderen wijzen op het klimaat, waarbij de aanname is dat het virus minder goed gedijt in een warm en vochtig klimaat. Maar bij die verklaring laat zich de vraag stellen waarom er wel veel gevallen zijn geconstateerd in een even vochtig en warm land als Brazilië. Bovendien kennen niet alle Afrikaanse landen een vochtig klimaat.
De snelle reactie van verschillende Afrikaanse landen wordt minder vaak genoemd, maar kan uiteraard ook hebben meegeholpen. De autoriteiten hebben ervaring met epidemieën: Rwanda en Uganda bijvoorbeeld als buurlanden van Congo, waar nog altijd een ebola-epidemie woedt.
Voor harde conclusies is het echter te vroeg. Er zijn ook Afrikaanse landen zijn die allesbehalve adequaat reageerden, terwijl het aantal besmettingen toch beperkt is. Een voorbeeld is Burundi, buurland van Rwanda, met slechts 42 geregistreerde gevallen. Het land hield woensdag gewoon verkiezingen, waaraan grootschalige campagnes vooraf gingen. Van serieuze maatregelen was sowieso geen sprake.
Armoede
De grootste angel zou voor Afrikaanse landen intussen wel eens niet in het virus zelf kunnen zitten, maar in de maatregelen ertegen. De Verenigde Naties waarschuwden vorige week nadrukkelijk voor de nasleep van corona in ontwikkelingslanden.
De internationale export kreeg een gevoelige dreun. Ook het toerisme ligt nagenoeg stil. In een land als Kenia leven meer dan een miljoen mensen daar formeel van en naar schatting zeker nog eens zo’n aantal informeel.
Op minder meetbaar, maar niet onbelangrijk niveau, raakten de werkers in de informele economie door de lockdown in de knel. De schoenenpoetser en de autowasser bij grote kantoren zagen hun klandizie verdwijnen.
In april waarschuwde het Wereldvoedselprogramma van de VN dat het aantal mensen met acute voedselonzekerheid dit jaar kon verdubbelen tot 265 miljoen als gevolg van de coronacrisis. Afrika loopt daarbij bijzonder gevaar. Daarbij kwam vorige week de waarschuwing voor een ongekende economische recessie. VN-topeconoom Elliott Harris zei te vrezen dat Afrikaanse landen daarbij het hardst getroffen zullen worden.