Leerlingvervoer fikse kluif voor scholen
Dat scholen het leerlingvervoer moeten regelen, had Wim de Kloe, bestuurder van het Driestar College, niet verwacht. „Het is bijna onmogelijk om in twee weken tijd een dekkend vervoersaanbod op poten te zetten.”
Het openbaar vervoer (ov) mag niet overbelast raken als de middelbare scholen op 2 juni weer open gaan. Scholieren die binnen een straal van 8 kilometer van de school wonen, moeten daarom lopend of op de fiets naar school. „Voor leerlingen die ver weg wonen, wordt door scholen vervoer geregeld”, aldus premier Rutte tijdens zijn persconferentie. Het uitgangspunt daarbij is dat scholen geen kosten maken, stelt de VO-raad, sectororganisatie van het voortgezet onderwijs, in het protocol ”leerling-OV vanaf 2 juni 2020”.
Het is een fikse kluif voor scholen om op zo’n korte termijn het leerlingvervoer te regelen, vindt De Kloe.
Bovendien kwam de maatregel redelijk onverwacht. „We hadden erop gerekend dat de scholieren buiten de spits het ov mochten gebruiken. Daar hadden we de roosters op aangepast.”
Op het Driestar College komt ruim 80 procent van de leerlingen op de fiets. De rest komt met de bus of met de trein. „Het leerlingvervoer wordt geregeld door speciale oudercommissies”, legt De Kloe uit. „Zij zijn nog in gesprek met de regionale vervoerders.”
Het zou volgens De Kloe „in individuele gevallen” kunnen voorkomen dat er een beroep op de ouders gedaan zal worden. „Mochten zij niet in de gelegenheid zijn hun kind te brengen, dan zou het kunnen gebeuren dat er leerlingen thuisblijven.”
Busabonnement
Op de Apeldoornse vestiging van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap wonen 795 van de 1500 leerlingen verder dan 20 kilometer van de school vandaan. „Zeker als het regent, stapt een groot deel daarvan in de bus”, legt Jolanda Gorseman, coördinator Facilitaire Zaken uit.
De scholengemeenschap heeft inmiddels met de vervoerders geregeld dat de schoolbussen vanaf 2 juni weer gaan rijden. „We moeten er wel rekening mee houden dat die, door de anderhalvemeterregel, maar voor zo’n 45 procent gevuld kunnen worden.”
De Fruytier bracht daarom in kaart welke leerlingen afhankelijk zijn van de bus en past daar het rooster op aan. „We zorgen ervoor dat de leerlingen niet allemaal tegelijk van de bus gebruik hoeven maken. Op die manier zou het allemaal moet lukken.”
Ook Albert van Heinsberg, bestuurder van de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis, verwacht geen grote problemen met het leerlingvervoer. „Ongeveer 500 van de 1500 leerlingen hebben een busabonnement. De scholierenlijnen gaan weer rijden, hoewel er minder leerlingen tegelijk mee kunnen. Tegelijkertijd worden ook niet alle scholieren elke dag op school verwacht. Ik verwacht dat dat elkaar redelijk op zal heffen.”
Het kan voorkomen dat de bussen vol zijn, vermoedt Van Heinsberg. „In dat geval doen we een beroep op de ouders. Is het echt onmogelijk om op school te komen, dan kan de leerling thuis de lessen volgen.”