Illegale migrant wordt in Zuid-Afrika niet geholpen
Illegale dagloners in Zuid-Afrika die nu als gevolg van de coronacrisis geen werk en geen inkomen hebben, krijgen geen overheidshulp. De regering steunt alleen ”staatsburgers”. Hulp moet dus komen van internationale kerken en hun partners. Laat Nederland ook hierin vooroplopen.
Nederland moet 1 miljard euro extra vrijmaken voor noodhulp aan arme landen. Dat adviseerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken begin deze week aan het kabinet. Het is inderdaad goed dat Nederland hulp biedt, want in arme landen is de nood die door de coronapandemie wordt veroorzaakt groot.
Een groep die in arme landen helaas over het hoofd gezien wordt, zijn de vluchtelingen. Hun kritieke omstandigheden krijgen in Nederland veelal geen aandacht. Wij willen daarom met name de nood van vluchtelingen in Zuidelijk-Afrika onder de aandacht brengen.
Honger
In Afrika zijn er twee grote vluchtelingenstromen: een naar het Noorden, waar vluchtelingen de oversteek naar een beter leven in Europa willen maken, en een naar Zuid-Afrika, waar vluchtelingen denken ook een beter bestaan te kunnen opbouwen.
Op deze manier zijn de laatste jaren miljoenen mensen vanuit landen als Mozambique, de Democratische Republiek Congo, Zimbabwe en Malawi naar Zuid-Afrika getrokken. Veelal zijn deze mensen zonder werk- en verblijfsvergunning aan de slag gegaan als dagloners in sectoren als de horeca, de huishouding of de souvenirindustrie.
Nu er in Zuid-Afrika sprake is van een lockdown, is eten in restaurants niet meer toegestaan. Ook zijn, om het coronavirus in te perken, vervoerstromen van huishoudelijk personeel en toeristen verboden. Deze grote groep dagloners zit daarom zonder werk en dus zonder geld. Want sparen is er niet bij: de inkomsten die ze overhielden, werden veelal overgemaakt naar het moederland.
Het is in de Zuid-Afrikaanse regering te prijzen dat ze veel goede maatregelen genomen heeft om het virus tegen te gaan. Veel mensen aan de onderkant van de samenleving krijgen van de regering financiële steun om voedsel te kopen. Deze hulp is echter beperkt tot Zuid-Afrikanen. Op zich is dit wel te begrijpen: zij zijn immers geregistreerd bij de overheid. Voor de miljoenen illegale vluchtelingen wacht, door het wegvallen van inkomen en het uitblijven van overheidssteun, echter niets anders dan honger.
”Suicide mission”
Een bevriende predikant van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) uit Malawi, ds. Maere, geeft pastorale bijstand aan Malawiërs die in de buurt van Johannesburg wonen. Hij vertelde ons van de omstandigheden daar.
In Johannesburg en andere delen van Zuid-Afrika hebben veel Malawiërs en andere vluchtelingen hun eigen vluchtelingenkerken (Matchona Churches) gesticht. De leden van bijvoorbeeld de CCAP hebben zich dus niet aangesloten bij bestaande gereformeerde kerken in Zuid-Afrika, zoals de Nederduits Gereformeerde Kerk of de Verenigende Gereformeerde Kerk. Met alle gevolgen van dien. De nood van de vluchtelingen wordt door de Zuid-Afrikaanse kerken namelijk over het hoofd gezien. Kerken die nog wel over diaconaal geld beschikken, helpen vooral Zuid-Afrikanen in nood.
Het leven voor immigranten in Zuid-Afrika is tijdens de lockdown dus erg moeilijk. Ds. Maere spreekt zelfs van een ”suicide mission”.
De ‘huizen’ waar de meeste vluchtelingen in wonen, zijn hutjes van golfplaten in de armste wijken van Zuid-Afrika. Zo’n hutje bestaat meestal maar uit één ruimte, met aan de ene kant een matras en aan de andere kant wat ruimte om te koken.
Ds. Maere vertelde dat, nu veel Malawiërs geen geld verdienen, ze ook de huur van zo’n hutje niet kunnen betalen. Dus trekken ze samen in één woning, soms wel met acht man. Zo kunnen ze het weinige dat ze hebben samen delen, voor voedsel en voor de huur. Maar met z’n achten in een hutje: zo houd je het coronavirus natuurlijk niet tegen.
Volgens de dominee zijn er mensen die flauwvallen van de honger. Hij wordt elke dag geconfronteerd met hun wanhoop en hopeloosheid.
Solidair
Voor de Zuid-Afrikaanse overheid is het criterium om iemand hulp te geven zijn of haar ”staatsburgerschap”. Dat betekent dat er voor deze Malawische migranten inderdaad weinig hoop is. Hoe kan er wel uitzicht komen?
We denken dat het juist nu belangrijk is dat kerken solidair zijn met broeders en zusters in Zuid-Afrika. Kerken in bijvoorbeeld Malawi en Zimbabwe hebben het door de coronacrisis ook al moeilijk en maakten tot voor kort graag gebruik van het geld dat uit Zuid-Afrika werd opgestuurd om hen te steunen.
Hulp zal daarom moeten komen van internationale kerken en hun partners. Het is daarom van belang dat internationale diaconale netwerken van kerken juist nu hun verantwoording nemen. Laat Nederland ook hierin vooroplopen.
Dr. J. Kroesbergen-Kamps is onderzoeker bij de universiteit van Pretoria (Zuid-Afrika), ds. W. H. den Hartog is regiocoördinator Zuidelijk Afrika van de GZB en predikant bij de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) in Malawi.