Franchisenemer moet beter beschermd
Een franchisenemer wordt te vaak in een keurslijf geduwd. Daardoor houdt hij te weinig ruimte over voor een zelfstandig ondernemerschap.
De franchisenemer, die voor eigen risico een verkoopformule van een ander exploiteert, moet beter worden beschermd tegen het gevaar dat hij zijn investeringen niet terugverdient. Dat zegt drs. H. Vrolijk in zijn proefschrift ”Efficiënte contracten? Institutioneel-economische beschouwingen over Franchising”, waarop hij woensdag promoveert.
Franchising wordt volgens Vrolijk vooral toegepast in bedrijfstakken met een hoog ondernemersrisico. De onderzoeker pleit voor een actievere rol van de rechter in situaties dat er tussen franchisegever en -nemer conflicten ontstaan. De rechter moet meer oog hebben voor de kwetsbare positie van de franchisenemer. Aanvullende wetgeving, vergelijkbaar met recente wetsvoorstellen in België, moeten de zelfstandige ondernemers behoeden voor al te wurgende contracten.