Grapperhaus maakt voorontwerp nieuwe zedenwet publiek
Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag moeten makkelijker aangifte kunnen doen, vindt minister Grapperhaus (Justitie).
Om die reden wil de bewindsman de wetgeving daaromtrent moderniseren. Een voorontwerp van de herziene wet staat vanaf dinsdag online. Dat biedt burgers en belanghebbenden de gelegenheid de concept-wettekst te becommentariëren.
Uitgangspunt van de gemoderniseerde wet is dat het plegen van seksuele handelingen tegen iemands wil ontoelaatbaar is. Daarmee is voortaan niet alleen degene strafbaar die andermans wil bewust negeert, maar ook degene die de onvrijwilligheid op grond van feiten of omstandigheden had kunnen afleiden. Verkeert iemand in een (getalsmatige) overwichtssituatie of ziet hij de ander weifelen dan wel een passieve houding aannemen, dan dient hij vooraf na te gaan of er wel echt sprake is van seksueel contact met wederzijdse instemming.
Dat een veroordeling alleen maar mogelijk is als het slachtoffer kan aantonen dat hij of zij zich heeft verzet, vindt Grapperhaus niet meer van deze tijd.
Met de nieuwe wet moet het ook mogelijk worden om sneller aangifte te doen van fysieke seksuele intimidatie: de ander vernederen door hem of haar in het openbaar opzettelijk seksueel te betasten. Ook (non-)verbale seksuele intimidatie, publiekelijk opmerkingen of gebaren met een seksuele strekking maken, wordt strafbaar als het aan Grapperhaus ligt.
Een derde uitbreiding heeft te maken met sexting: het sturen van berichtjes met een seksuele lading. Volwassenen die dat doen naar kinderen onder de zestien moeten daar voortaan voor vervolgd kunnen worden, vindt Grapperhaus.
Sexting van jongeren onderling wordt juist niet langer strafbaar. Nu beschouwt de wet dat nog als kinderporno. Zolang dat tussen gelijkwaardige leeftijdsgenoten gebeurt en alleen is bedoeld voor privégebruik, betreft het volgens de bewindsman echter normaal experimenteergedrag.