Muntunie moet uitgang krijgen
Door de coronacrisis dreigt via de EU veel geld te gaan naar landen die financieel wanbeheer pleegden. Dat is nooit het doel van de EU geweest. Dus zijn exitstrategieën en een flexibeler muntunie nodig.
Ze deed de afgelopen weken al de nodige stof opwaaien: de botsing tussen Europese lidstaten over de omgang met de coronacrisis én over de toekomst van Europa. Zuidelijke landen (voornamelijk Italië, Spanje en Frankrijk) deden vergaande voorstellen voor Europese schuldendeling. Dat wil zeggen dat alle eurolanden garant staan voor nieuwe schulden boven op de duizenden miljarden euro’s aan schulden die deze landen al maakten vóór de coronacrisis, omdat ze de Europese begrotingsregels aan hun laars lapten.
Natuurlijk is solidariteit tijdens deze coronacrisis belangrijk. Iedereen kent de verhalen uit Italië en Spanje over de vreselijke gevolgen van de pandemie. Hulp om deze medische nood te lenigen, is daarom niet meer dan onze plicht. Daarvoor zouden bijvoorbeeld de al bestaande vele EU-cohesiefondsen ingezet kunnen worden. Maar solidariteit heeft wel een grens. Ze betekent niet dat Nederland, dat zelf de zaakjes op orde heeft gebracht door van de burgers veel offers te vragen, de schulden van Italië en Spanje (en Frankrijk) mee moeten helpen financieren. Al was het maar omdat wij zelf door de coronacrisis een ongekend recordbedrag aan staatsschuld hebben, bijna 100 miljard euro, mogelijk nog veel meer!
Woensdag presenteert de Europese Commissie een nieuwe ronde in deze Europese handjedrukwedstrijd. Niet alleen moet er een gigantisch noodpakket komen ter hoogte van het duizelingwekkende bedrag van 540 miljard euro aan leningen; nee, ook moet het nieuwe Europese meerjarenbudget (MFK) van bijna 1000 miljard euro per zeven jaar aangevuld worden met een ”herstelfonds”.
Daarvoor zou het Europese begrotingsbedrag kunnen verdubbelen, opperde voorzitter Von der Leyen van de Europese Commissie na de laatste EU-top. Dat betekent dan nóg eens 1000 miljard euro. In dat geval zou er weleens jaarlijks zo’n 15 tot 20 miljard aan Nederlands belastinggeld richting Europa kunnen gaan. Voor het beeld: dat is ruim anderhalf keer de jaarlijkse Defensie-uitgaven van Nederland.
Eeuwigdurende schulden
Het is essentieel om vast te stellen dat deze voorstellen niets minder betekenen dan een complete omkeer in de geschiedenis van de EEG/EU. Het gaat om een cruciaal waterscheidingsmoment. Dit verdient enige toelichting.
Allereerst gaat het om bedragen om van te duizelen.
Ten tweede wordt er volop gediscussieerd over een grondige en ongekende aanpassing van de financiële criteria en voorwaarden: veel lidstaten willen dat het gaat om giften in plaats van leningen. Het Europees Stabilisatie Mechanisme (ESM), opgericht tijdens de Griekse crisis in 2012, stelde strenge voorwaarden. Die worden nu losgelaten voor landen als Italië.
Ten derde, en dat is uiteindelijk de onderliggende en meest fundamentele verandering: het uitgangspunt verandert van ”de EU-landen lossen hun economische problemen op” naar ”de EU lost economische problemen op.”
Dit is duidelijk te maken met een voorbeeld. Laten we opnieuw teruggaan naar de Griekse crisis in 2010. Destijds werd eindeloos (en terecht) gebakkeleid over een steunpakket van enkele tientallen miljarden. Eerst werd gesproken over een steunpakket van 30 miljard, maar uiteindelijk is de steun aan Griekenland opgelopen tot 289 miljard euro. Let wel: steun onder strikte voorwaarden.
Nu kan het dus gaan om 540 miljard plus wellicht 1000 miljard extra boven op de reeds bestaande EU-budgetten. Er wordt zelfs gesproken over ”eeuwigdurende schulden”, zonder terugbetaling dus.
Europese superstaat
Dit betekent dat landen niet meer zelf maatregelen nemen om schade van economische tegenwind op te vangen, maar dat de EU dit doet. Waarom zou Frankrijk de pensioenleeftijd nog verhogen? Waarom zou Italië de broodnodige hervormingen nog doorvoeren? De EU lost dat toch wel op. De EU moet collectief garant gaan staan voor geleend geld. Dat is niets meer en niets minder dan een ”transferunie”. Een Europa op Franse leest geschoeid.
Dit alles gaat verder dan ‘slechts’ het rondpompen van geld. Het betekent een fundamenteel andere Europese Unie en Europese Monetaire Unie. Het betekent het verlies van de rem op het aangaan van schulden. Want zeg nou zelf: als je buurman jouw hypotheek betaalt, waarom zou je dan geen duurdere villa nemen?
Het betekent (uiteindelijk) het definitieve verlies van de zeggenschap over het geld dat wij Nederlanders met elkaar verdienen. Feitelijk leveren we onze portemonnee in bij de EU, en daarmee een van de mogelijkheden om als nationaal parlement te beslissen over de toekomst van ons land. Het betekent een politieke en federale unie. Kortom: een Europese superstaat.
Afspraak is afspraak
De SGP wil op dit cruciale moment zowel in Brussel als in Den Haag aan de bel trekken. We zetten steeds meer en vettere vraagtekens bij de muntunie in haar huidige vorm. Dat zullen we blijven doen. Is dit de EU die burgers in Nederland én in andere EU-landen graag willen? Zijn we het eens met de Europese Commissie die zegt dat de euro „koste wat kost” en „tegen iedere prijs” in de lucht moeten worden gehouden?
De SGP-lijn moge duidelijk zijn. Afspraak is afspraak. Dat geldt ook voor afspraken over gezond financieel beleid. Je aan afspraken houden, dát is pas solidariteit. We mogen de coronacrisis van nu niet laten misbruiken om een unie te creëren waarin continu geld stroomt van financieel degelijke landen naar lidstaten die (in strijd met de afspraken!) financieel wanbeheer pleegden.
Nu het toch die kant op dreigt te gaan, moet er werk gemaakt worden van gedegen exitstrategieën voor eurolanden waarvan de positie onhoudbaar wordt. We zullen serieus moeten nadenken over een flexibeler muntunie. Voor het te laat is.
Roelof Bisschop is Tweede Kamerlid voor de SGP, Bert-Jan Ruissen is Europees Parlementslid voor de SGP.