BMW sloot het eerst kwartaal van het jaar evengoed af met een 3,5 procent hogere omzet van 23,3 miljard euro. Verder steeg de brutowinst met bijna 5 procent tot 798 miljoen euro, geholpen door een gunstige vergelijkingsbasis. Verschillende eenmalige effecten drukten een jaar eerder op de resultaten. Zo was BMW destijds onder meer een flinke som geld kwijt aan de afwikkeling van een antitrustzaak.

De autoverkopen van BMW, een belangrijke maatstaf die door marktkenners nauwlettend in de gaten wordt gehouden, daalde met 6,4 procent. Dit kwam vooral door de sluiting van veel showrooms in maart. Volgens BMW zal het lopende kwartaal nog minder zijn dan het eerste kwartaal.

BMW verwacht dat de groepswinst voor belastingen „aanzienlijk lager” zal uitvallen dan in 2019. Daarbij rekent het bedrijf op herstel vanaf het derde kwartaal. BMW benadrukt dat het mogelijke ontwikkelingen, zoals een voortdurende recessie in grote markten, ernstigere vertraging in China, strengere concurrentie vanwege het virus en mogelijke implicaties veroorzaakt door een tweede golf van infecties en bijbehorende maatregelen, buiten beschouwing laat.