Verborgen motieven achter China’s maskerdiplomatie
Nu Peking hoofdleverancier is van onze mondkapjes, loont het om China’s motieven achter die bijstand op het spoor te komen. Een bijgeleverde ‘vrachtbrief’ van de Chinese ambassadeur kan onbedoeld daarbij helpen.
Het zal vaker gaan gebeuren, dus wen er alvast maar aan. Een prominente Chinees die laat merken de Nederlandse geschiedenis en cultuur goed te kennen.
De Chinese ambassadeur in Nederland Xu Hong liet dat in ieder geval vrijdag blijken in een opmerkelijke advertentie in het Financieel Dagblad (FD). Na een lang betoog, waarin hij de opstelling van China in de coronacrisis verdedigt, sluit Xu af met een citaat van Erasmus: „Verspreid licht en de duisternis zal vanzelf verdwijnen.”
Het paginagrote relaas in het FD werd afgedrukt op een dag dat het zoveelste KLM-toestel vanuit Shanghai op Schiphol was geland, met aan boord enkele honderdduizenden in China gemaakte mondkapjes. De luchtbrug die tussen Nederland en China is aangelegd om ons gebrek aan mondmaskers op te heffen, kreeg met Xu’s verhaal een wel heel bijzondere vrachtbrief mee. Eentje waarin heel wat meer staat vermeld dan de aard en omvang van de vracht, Het schrijven eindigt zelfs cultureel met een citaat van ‘onze’ Erasmus; het begon met „Beste Nederlanders, beste vrienden.”
Hoe moeten we deze vrachtbrief, gevoegd bij een lading mondmaskers duiden? Vooraf dit: wie Xu’s brief volledig heeft gelezen, die zal alles wat hieronder volgt in twijfel trekken. De ambassadeur haalt namelijk iedere zakelijke uitleg van Chinese hulp onderuit als zijnde een boosaardige verdachtmaking. Medemenselijkheid en hulpvaardigheid zijn wat hem betreft de enige drijfveren die overeind blijven als het gaat om China’s steun aan Nederland.
Breder perspectief
Toch is het de moeite waard om Xu’s brief en de Chinese leveranties in een breder perspectief te zien. Die oproep doet ook de uit Hongkong afkomstige Chinese politicoloog Brian Wong in zijn essay ”China’s Mask Diplomacy”, dat eind maart verscheen op de website van The Diplomat. Met de ondertitel boven zijn verhaal valt Wong bij de lezer met de deur in huis: „Door medische spullen naar Europese landen te verschepen probeert China zijn imago als verantwoordelijk wereldleider op te poetsen.”
Voor Wong is het zonneklaar: die aanvoer van mondmaskers maakt deel uit van een uitgekiend plan om voet aan de grond te krijgen in Europa, en om die aanwezigheid daar stevig te verankeren. De aanvoer is een vorm van ”soft diplomacy”, zachte diplomatie, waarin het winnen van de harten en hoofden van de in nood verkerende ontvangers voorop staat. Wong noemt het een vorm van „machtsvertoon” in hartje Europa, niet met wapens, maar met behulp van ‘zachte dingen’ als cultuur en symboliek, als wel met ‘hardere zaken’ als medisch materiaal en hulpteams. Xu’s citaat van Erasmus ten overstaan van zijn „Nederlandse vrienden” in een begeleidend schrijven bij een vracht mondkapjes lijkt verdacht veel op wat Wong bedoelt.
Wat typeert China’s maskerdiplomatie? Wong noemt enkele kenmerken. Zo staan donaties van mondmaskers en het te hulp komen van ziekenhuizen centraal bij de poging van het Aziatische land om zijn slechte imago op te poetsen.
Als voorbeeld noemt hij Italië dat zich de laatste jaren overweldigd voelde door China’s ambitieuze bouwprojecten volgens het Nieuwe Zijderoute-initiatief. Door juist nu broodnodig medisch materiaal te leveren wint China de sympathie van de Italianen terug, stelt Wong (en, zo voegt hij eraan toe, dat gebeurt ook nog eens op een moment dat die zich door Brussel in de steek gelaten voelen).
Achter China’s presentatie van leveranties als „steun aan vrienden” gaat ook de ambitie schuil om de Verenigde Staten te vervangen als leidende wereldmacht. Wong: Terwijl de Amerikaanse president Trump exclusief voor zijn land een Duitse medisch bedrijf wilde leegkopen, komt China juist spullen brengen. Als dit met veel bombarie gebeurt is dat om het contrast met Amerika te benadrukken.
Dankbaarheid
China maakt er veel werk van om de sympathie en steun van de bevolking in tal van Europese landen te winnen. Het achterliggende doel daarvan is om Europa om te vormen tot een lucratieve markt voor Chinese technologiebedrijven. Door juist ten tijde van crises als deze virusepidemie te hulp te komen, verleent China zichzelf de exclusieve toegang tot cruciale infrastructuur in ontvangende landen.
Tegelijkertijd zorgt het daar voor een diep gevoel van dankbaarheid, stelt Wong, bijvoorbeeld onder lokale bestuurders zoals burgemeesters. Zulke sentimenten zijn nuttig om ter plekke een stabiele afzetmarkt op te zetten voor Chinese technologie en medisch materiaal. Wat daarbij ook speelt: een met pro-Chinees Europa kan voor Peking een bufferzone worden tussen het kwakkelende transatlantische bondgenootschap (lees: Europa en de VS) enerzijds, en het opdringerige Rusland anderzijds.
Minachting
Wong wijst nog een keer op de morele geladenheid van de Chinese daadkracht. Niet voor niets gaat de steun gepaard met minachtend commentaar op de Amerikaanse opstelling: Trumps weigering om mondiaal leiding te geven.
Moreel geladen is ook de goede sier die China in Europa maakt, want die moet de aandacht afleiden van het harde optreden in eigen land, nadat het virus was uitgebroken. De harde aanpak valt zo positief te framen: die was nodig om vervolgens de wereld te hulp te kunnen komen.
Maskerdiplomatie wordt ook ingezet voor meer Chinese invloed in internationale organisaties als de WHO, juist op een moment dat Trump zijn land daaruit meer en meer terug trekt. Wie het citaat van Erasmus in deze geopolitieke context leest, die zou ambassadeur Xu bijna verdenken van een verborgen boodschap: verspreid licht en de duisternis zal vanzelf verdwijnen.