Europees Parlement zet zwaar in op toegang vissers tot Brits water
Het Europees Parlement (EP) wil dat Europese vissers na de brexit toegang blijven houden tot de Britse wateren. Die toegang moet gekoppeld blijven aan de openstelling van de Europese markt voor Britse vis en visproducten, vinden de leden van de visserijcommissie van het EP.
De commissie vergaderde donderdag per videoverbinding over een ontwerpadvies van de Franse rapporteur François-Xavier Bellamy voor de onderhandelingen over de toekomstige relatie van de EU met het Verenigd Koninkrijk. Peter van Dalen (ChristenUnie) is blij met de eensgezindheid binnen de commissie, waarvan hij een van de vice-voorzitters is. „De commissie houdt vast aan een absolute koppeling tussen de handelsovereenkomst en een deal over de visserij. Dat betekent dat er alleen toegang tot elkaars markten komt als onze Europese vissers ook toegang houden tot Brits water.”
De visserijcommissie wil verder niet dat er getornd wordt aan de verdeelsleutel voor visquota. Van Dalen: „De Britten willen een groter aandeel, maar wij houden vast aan de bestaande verdeling.”
Het is de bedoeling dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie het op 1 juli eens zijn over de visserijkwestie. Het complete akkoord moet eind dit jaar rond zijn, omdat de huidige overgangsperiode in de relatie tussen de EU en het VK met ingang van 2021 afloopt.
In de tweede helft van mei is er in de visserijcommissie een definitieve stemming over het advies-Bellamy. Dat wordt vervolgens onderdeel van het onderhandelingspakket van de Europese brexit-onderhandelaar Michel Barnier.
„Wat ons betreft is er bereidheid om de data op te schuiven, als de onderhandelingen meer tijd vragen”, zegt Van Dalen. „Tegelijk zien we ook dat de Britten het spel hard spelen en geen uitstel willen. Onze vrees is dat de Britse regering aankoerst op een brexit zonder deal. Dat zou betekenen dat onze vissers vanaf 1 januari geen toegang meer hebben tot Brits water. Mijn hoop is gevestigd op het Britse bedrijfsleven. Steeds meer Britse bedrijven dringen bij hun regering aan op uitstel. Zij willen wél een deal, omdat ze voor veel producten afhankelijk zijn van de export naar de EU.”