Kabinet en investeerders redden scheepsbouwer IHC
Het kabinet, banken en een groep bedrijven grijpen in om het noodlijdende Nederlandse scheepsbouwbedrijf IHC van een faillissement te redden. Een consortium van bedrijven en investeerders heeft toegezegd het bedrijf over te nemen. De overheid en banken dragen onder andere bij met overbruggingsleningen en kredietgaranties ter waarde van honderden miljoenen euro’s.
Het voortbestaan van IHC kwam in gevaar door steeds hogere schulden en grote verliezen op de bouw van enkele schepen, schrijven minister Eric Wiebes (Economische Zaken) en staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën) aan de Tweede Kamer. Bij het bedrijf werken zo’n 3000 mensen en het kabinet wil met de reddingsactie de werkgelegenheid grotendeels behouden.
Volgens een principeakkoord komt IHC in handen van een consortium dat onder meer uit investeringsmaatschappij HAL en klanten van het concern bestaat. Met de overname, waarvoor het bedrag niet is bekendgemaakt, moet technologische kennis van IHC voor Nederland behouden blijven.
Topman Dave Vander Heyde maakt bij de reddingsoperatie plaats voor Gerben Eggink, die op interim-basis het bedrijf gaat leiden. Eggink is volgens IHC zeer ervaren in het hervormen van bedrijven. Eerder stond hij aan het hoofd van maritiem dienstverlener Gardline.
Banken verlenen nog eens 140 miljoen euro aan kredieten, waar de Staat voor de helft garant voor staat. Ook wordt er door het kabinet nog een overbruggingskrediet van 40 miljoen euro verstrekt, staat in de Kamerbrief. De overheid stelt verder 167 miljoen euro beschikbaar, zodat het bedrijf bestaande orders kan afmaken. Een deel daarvan komt sowieso niet meer terug. In het minst gunstige geval is de Staat 100 miljoen euro kwijt, en in het beste scenario 36 miljoen euro.
Bij de ingreep speelt ook mee dat de Staat zelf nog zo’n 395 miljoen euro van IHC krijgt. Dat geld zou niet meer terugkomen bij een faillissement.
Volgens Wiebes en Vijlbrief is „enig banenverlies” bij IHC waarschijnlijk niet te vermijden. Een woordvoerster van de scheepsbouwer kon nog niets zeggen over eventuele ingrepen in het personeelsbestand. „Het moet nog worden uitgewerkt welke consequenties er zijn voor de bedrijfsactiviteiten.”
Vakbond CNV is vooralsnog positief over de redding. De werkgelegenheid bij het bedrijf is immers een stuk zekerder geworden, redeneert vakbondsbestuurder Piet Verburg. Tegelijkertijd houdt de vakbond een vinger aan de pols. Het is namelijk nog niet duidelijk of de nieuwe eigenaren IHC in afgeslankte vorm willen voortzetten of met alle bedrijfsonderdelen doorgaan.