Zorgen in Spanje over censuur en politiegeweld bij corona-aanpak
Is Spanje, met de coronacrisis als excuus, op weg naar een autoritaire samenleving? Verschillende vooraanstaande denkers vrezen van wel. Maar de regering van premier Pedro Sanchez is van mening dat er niets aan de hand is.
„Er is hier geen sprake van censuur”, bezwoer de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken Fernando Grande-Marlaska vorige week in het parlement. En toch leek het er verdacht veel op. Want, zo vroegen velen zich af, sinds wanneer is het de taak van de politie om een „kritisch klimaat tegen het beleid van de regering” te bestrijden?
Enkele dagen daarvoor was de rel losgebarsten. Op de dagelijkse persconferentie van het regeringscomité voor de coronacrisis in Madrid, waarschuwde generaal Jose Manuel Santiago van de Guardia Civil voor de gevaren van desinformatie en valse berichten over de epidemie op het internet.
Dat was niet voor het eerst. Maar de generaal voegde er nu een zinnetje aan toe dat vraagtekens opriep. De Guardia Civil was bezig om op de sociale media „het klimaat te minimaliseren dat gericht is tegen het crisisbeheer door de regering.”
Op hoge toon eiste de oppositie uitleg. Betekende dit dat de progressieve regering van Pedro Sanchez de politie inzet voor politieke doeleinden? Daar had het alle schijn van. Geschrokken door de golf van verontwaardigde reacties, kwam de Guardia Civil snel met een verklaring op Twitter. „Wij sporen alleen desinformatie en valse geruchten op die kunnen leiden tot sociale stress en paniek op het gebied van de volksgezondheid”, luidde het bericht. Dat zou gebeuren met een „absoluut respect voor het recht op kritiek en de vrijheid van meningsuiting.”
De regering-Sanchez deed het voorval af als een „verspreking.” De uitglijder van de generaal zou te wijten zijn aan onervarenheid in de omgang met de media.
Daarmee was de kous niet af. Enkele uren later dook in de pers een e-mail op van de leiding van de Guardia Civil, gedateerd op enkele dagen voor de persconferentie. De agenten van het korps kregen daarin de opdracht om „campagnes van desinformatie” over de coronacrisis in de gaten te houden voorzover deze „sociale stress en vijandigheid tegenover de regeringsinstituties kunnen opleveren.” Oftewel: de generaal had zich op de persconferentie niet versproken. Hij had gewoon het officiële beleid verwoord.
Het was de tweede keer in korte tijd dat premier Sanchez met censuur in verband werd gebracht. Een week voor de ‘verspreking’ van politiechef Santiago had een poll van het sociologische onderzoeksbureau van de overheid CIS voor beroering gezorgd.
Valse geruchten
„Vindt u dat de verspreiding van valse geruchten en misleidende informatie (…) verboden zou moeten worden, en dat alle informatie over de pandemie door officiële bronnen gegeven moet worden”, luidde een nogal suggestieve vraag uit de poll. De meeste ondervraagden (67 procent) zeiden ja. Ze gaven dus hun goedkeuring aan controle op de informatie en de instelling van één officiële informatiebron. CIS-directeur Tezanos, een partijgenoot van premier Sanchez, ontkende politieke intenties. Maar critici en de oppositie waren eensgezind: met deze vraag wordt beperking van het recht op vrije informatie op de agenda gezet.
Is Spanje, met de coronacrisis als excuus, op weg naar een autoritaire samenleving? Verschillende vooraanstaande denkers vrezen van wel. De Madrileense socioloog Cesar Rendueles ziet in de huidige alarmtoestand een „perfecte storm voor het autoritarisme.” Hij wijst op de talrijke video’s op de sociale media die ontspoord politiegeweld tegen burgers op straat tijdens de quarantaineperiode laten zien.
Wegens –al dan niet vermeende– overtreding van de strenge coronaregels heeft de Spaanse politie tot nu toe ruim 700.000 boetes opgelegd. Dat is ruim 100.000 per week en ongeveer tienmaal zo veel als in Italië. Op Facebook riep een agent zijn collega’s op tot kalmte: „Dit is een absurde heksenjacht geworden, een wanorde van geüniformeerde bruutheid. Wij zijn agenten.”
De alarmtoestand heeft een klimaat van straffeloosheid in de hand gewerkt, denkt filosoof Santiago Alba Rico. Hij zet vraagtekens bij de grote rol die regering-Sanchez heeft toebedeeld aan het leger en de politiekorpsen bij de aanpak van de crisis, in een poging om de rechtse oppositie de wind uit de zeilen te nemen. Intussen sluit Grande-Marlaska zijn ogen. „Er is me niets bekend over politiegeweld”, zei de minister van Binnenlandse Zaken.