De positie van jongeren op de arbeidsmarkt wordt door de coronacrisis steeds nijpender. Daarvoor waarschuwen de jongerenorganisaties van vakbonden VCP, CNV en FNV. Ook de RMU maakt zich zorgen.

Voor het uitbreken van de crisis hadden jongeren het al niet makkelijk, doordat het lang duurde voor ze een vast inkomen hebben en door zaken als prestatiedruk. Door massaal banenverlies is hun situatie nu verder verslechterd, zeggen de jongerenorganisaties.

Volgens de organisaties worden veel jonge flexwerkers op straat gezet. Vaak vallen die in een financieel gat omdat ze nog niet lang op de arbeidsmarkt actief zijn. Het stelsel van sociale zekerheid biedt nauwelijks soelaas.

Sacha Heemskerk van VCP Young Professionals zegt zich ook zorgen te maken maakt over de positie van jongeren op de langere termijn. „In een recessie is het een stuk lastiger om werk te vinden en te behouden. Dit heeft negatieve gevolgen voor de ontwikkeling, werkervaring, loonontwikkeling en levert stressvolle situaties op.”

De organisaties roepen het kabinet op zo snel mogelijk een nieuwe aanpak jeugdwerkloosheid op te zetten. „Wij pleiten voor voldoende startersbanen, ondersteuning aan jongeren om zich goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt en verbetering van informatievoorziening over de kansen op de arbeidsmarkt”, zegt Semih Eski van CNV Jongeren.

RMU-bestuurder Jan Schreuders herkent de problematiek. Hij vindt dat jongeren gestimuleerd moeten worden om door te leren. „In bepaalde sectoren is voorlopig nauwelijks kans op werk.”

Schreuders is ook bezorgd over de stress die jongeren ervaren. „Dit is de eerste serieuze crisis die ze meemaken. Ze groeiden op en studeerden in een in economisch opzicht zorgeloze tijd. Dat is in één klap veranderd.”