Dat zei oud-CDA-parlementariër De Jong, lid van de Algemene Rekenkamer, vrijdag tegen de tijdelijke commissie infrastructuurprojecten (TCI). Volgens de Rekenkamer voldeed de informatie van departementen over de Betuweroute en de hogesnelheidslijn-zuid niet aan de eisen. Het parlement had die gegevens niet moeten accepteren.

De Tweede Kamer zou haar controlecapaciteit moeten opvoeren. Die is nu erg mager, aldus De Jong. Uit een Duits onderzoek in 22 westerse landen blijkt dat Nederland op de achttiende plaats staat. De Verenigde Staten staan bovenaan, maar die hebben dan ook een eigen controlebureau, het Congressional Budget Office, met ongeveer 300 medewerkers.

Hoogleraar bestuurskunde Teisman vindt dat de Kamer een meer sturende rol op zich moet nemen. Hij stelde gisteren in zijn verhoor door de TCI dat bij gebrek aan specialistische kennis de Kamer niet als een gelijkwaardige partner kan optreden van het kabinet, dat een heel ambtenarenapparaat achter zich weet.

Commissievoorzitter Duivesteijn was na afloop van de laatste openbare verhoren optimistisch. De informatie die de commissie de afgelopen drie weken verzamelde, biedt „een waaier van mogelijkheden” om tot kostenbeheersing bij grote infrastructurele projecten te komen, stelde hij. Ondanks dat de getuigen, zoals wel gebeurt bij een parlementaire enquête, niet onder ede stonden, was Duivesteijn best tevreden. „Ik heb Kok nog nooit zo open horen spreken.” Eind vorige week hoorde de commissie de oud-PvdA-premier over de besluitvorming rond de hogesnelheidslijn-zuid in 1996.