Bankaandelen geven Wall Street steuntje in de rug
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met winsten de handel uitgegaan. Beleggers trokken zich op aan berichten dat de Japanse centrale bank met een extra set maatregelen komt op de coronacrisis aan te pakken. Daarmee nam de hoop op extra maatregelen in de VS door de Federal Reserve later deze week toe. Verder zorgde nieuws over versoepelingen van lockdowns voor positivisme. Met name financiële fondsen deden het goed. De olieprijzen gingen daarentegen weer hard onderuit.
De leidende Dow-Jonesindex sloot de sessie 1,5 procent hoger op 24.133,78 punten. De brede S&P 500 won 1,5 procent tot 2878,48 punten en technologiegraadmeter Nasdaq dikte 1,1 procent aan tot 8730,16 punten.
Economen verwachten dat de Fed op woensdag duidelijker communiceert over het rentepad of zelfs toezeggingen daarover doet. De centrale bank beloofde eerder de rente op nul te laten staan totdat de economie van de coronacrisis is hersteld. Deze formulering mag van sommige Fed-beleidsmakers een stuk concreter. Zij vinden dat heldere toezeggingen over het rentebeleid eventuele deflatie kunnen voorkomen.
Grote banken als JPMorgan, Wells Fargo, Citigroup en Bank of America wonnen tot 8 procent. De handel in bankaandelen kreeg ook steun van beter dan verwachte resultaten van Duitslands grootste bank Deutsche Bank. Ook putten beleggers in deze fondsen moed uit de mogelijke verlichting van de lockdowns.
Vliegtuigproducent Boeing verloor 0,2 procent. De Braziliaanse branchegenoot Embraer zint op een forse schadevergoeding van Boeing, dat zich terugtrok uit een miljardendeal met de Brazilianen. Automaker General Motors (plus 2,3 procent) schortte zijn kwartaaldividend en aandeleninkoopprogramma op om acute betalingsproblemen door de coronacrisis te voorkomen.
Verder gingen er geruchten rond dat iPhone-maker Apple de productie van de nieuwe iPhones met een maand wil uitstellen. Apple dat later deze week met cijfers komt, won 0,1 procent.
Olieprijzen zakten nadat het United States Oil Fund bekendmaakte alle zogenoemde termijncontracten die in juni verlopen te zullen gaan verkopen. Dat zorgde voor een groot aanbod van deze contracten met een prijsdaling tot gevolg. Een vat Amerikaanse olie kostte bij de slotbel 23,4 procent minder op 12,97 dollar. Brentolie werd 6,3 procent goedkoper op 20,10 dollar per vat.
De euro was 1,0828 dollar waard, tegen 1,0836 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.