Portret van ds. A. van Willigen
Ds. A. van Willigen, hervormd predikant te Rijssen, overleed op 24 februari 1945 – dit jaar 75 jaar geleden. Zijn laatste rustplaats, met een opengeslagen Bijbel, is te vinden op de oude begraafplaats in Rijssen. Op de linkerbladzijde staat te lezen: „Het leven is mij Christus.” Op de rechterpagina staat: „Het sterven is mij gewin.”
Wie was ds. Arie van Willigen? En wat beweegt de schrijver van dit artikel om een portret te geven van een Rijssense predikant die in de oorlog overleed?
Om met de laatste vraag te beginnen: soms word je door een levensverhaal geraakt en wil je dit doorgeven en delen met anderen. Zeker is dit het geval wanneer je ziet dat iemand in vroegere tijd –ondanks heel veel verdriet– toch zijn hoop en vertrouwen op God heeft gesteld. In dat opzicht heeft het levensverhaal van ds. A. van Willigen mij persoonlijk veel gedaan. Ik kom daarom terug op de eerste vraag: Wie was ds. Arie van Willigen?
Arie van Willigen jr. was de tweede zoon van Arie sr. en Sophia Oskam. Hij werd geboren op 12 december 1888 te Bergambacht. Twee jaar later volgde een zus. Zij overleed een maand na haar geboorte. Na haar kwam een broer, Marius. De daaropvolgende broer, Eliza Johannes –die bijna vier jaar na Marius werd geboren– is net als zijn zus zeer jong overleden, na acht maanden.
De moeder van deze vijf kinderen, Sophia, overleed na de geboorte van Eliza op de leeftijd van 30 jaar. De oudste broer Sander is jong overleden, op 24-jarige leeftijd, in 1912. Zo bleven Arie jr. en Marius uit dit eerste huwelijk met vijf kinderen samen over. Veelzeggend is dat Arie zijn theologiestudie begon in hetzelfde jaar waarin zijn oudste broer Sander overleed.
Marius is als enige van het gezin gehuwd, met A. E. van Willigen-Elbers.
Arie van Willigen senior hertrouwde na het overlijden van Sophia. Uit het tweede huwelijk werden geboren: H. M. (Hennie) van Willigen en G. (Gerrit) van Willigen, later getrouwd met A. W. van Willigen-Stoorvogel. Door dit tweede huwelijk met Petronella van Driel werd er een stiefzus in het gezin opgenomen. Zij heette Johanna Cornelia van Driel en was een dochter van Petronella. Ze hoorde er helemaal bij en trouwde later met ds. M. Ottevanger.
Rouwkaart
Op 22 november 1939 stuurde ds. Arie van Willigen de overlijdenskaart van zijn vader, voorzien van een stempel met zijn naam en adres, naar –onder meer– mijn grootvader. De tekst van de rouwkaart is sober: „Heden overleed zacht en kalm, in Vrede, onze geliefde Man, Vader, Behuwd- en Grootvader, de Heer ARIE VAN WILLIGEN in den ouderdom van ruim 79 jaren.”
Na de zojuist genoemde namen volgen de datum en het adres: IJsselmonde, 18 November 1939, Dorpsstraat 178. Niemand kon toen vermoeden dat ds. A. van Willigen zelf nog geen zes jaar later, op 24 februari 1945, zou overlijden in Rijssen.
Na in diverse plaatsen gewoond te hebben –waaronder in Nieuwpoort, waar een winkel werd gerund– kwam de familie Van Willigen uiteindelijk in IJsselmonde terecht. Het huis waarin zij het laatst woonde, staat er nog steeds, aan de pijlers van de Van Brienenoordbrug. Een historische foto laat zien hoe de situatie voor de Tweede Wereldoorlog was. In het meest linkse huis op de foto woonde de familie Van Willigen. In het achterste deel van dit huis had Arie sr. een meubelmakerij. Het pand loopt namelijk nog ver door naar achteren. Uit een erker links aan het huis keek je hiervandaan zo op de scheepswerven.
Meubelmaker
Arie van Willigen sr. was wagen- en later meubelmaker. Voordat de familie in IJsselmonde ging wonen, was de Rotterdamse wijk Feijenoord haar domicilie. Hier heeft ds. Van Willigen ook jaren gewoond. Dit is onder meer bekend omdat in een subsidieaanvraag om de theologiestudie te bekostigen kort wordt gezegd van welke kerk hij lid is, namelijk van de Nederduitse Hervormde gemeente te Feijenoord. Bij het toekennen van de subsidie wordt ook beschreven wie ds. Van Willigen is. Er wordt als het ware even een ‘portret’ gegeven. Een citaat uit de handelingen van de hervormde synode van 1914: „Hij is geboren 12 december 1888, heeft zijn opleiding als onderwijzer genoten aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Middelburg, bezit thans hoofdacte en de acte voor vrije- en ordeoefeningen, is eerst onderwijzer geweest in het openbaar, daarna bij het Christelijk onderwijs, heeft daarna de behoefte gevoeld als prediker van Christus te getuigen en heeft 1 october 1912 zijn betrekking als onderwijzer neergelegd, om zich geheel aan de studie voor het staatsexamen A te wijden.”
Privéles
Uit het vervolg van het verslag wordt duidelijk dat hij van de rector van het Marnix-gymnasium, J. van der Valk, al vier jaar privéles heeft gehad en dat hij zich voorbereidt op het staatsexamen gymnasium A. Hij moet dus al tijdens zijn baan als onderwijzer aan de klassieke talen begonnen zijn.
De roeping was krachtig, want in zijn intredepreek in Rijssen zegt ds. Van Willigen direct in het begin: „Bij zijn prediking [’s ochtends bij de bevestiging, MAvW] wees onze ambtsbroeder [ds. G. J. Koolhaas uit Charlois, MAvW] erop dat Petrus van nature een onwillige was, maar door de Geest des Heeren gewillig werd gemaakt. Daarvan mag ik door genade iets verstaan.
Want toen ik als jongeling studeerde voor onderwijzer, zei ik eens: „Ik wil van alles worden, maar geen predikant.” En zie! Wat ik niet wilde en begeerde, móést tenslotte geschieden. En toen de Heere, mijn God, mij eenmaal door wederbarende genade had toegebracht tot het Koninkrijk van Zijn genade, en ik was vastgezet door Gods Geest in mijn roeping tot het predikambt, heb ik nimmermeer een ander werk begeerd…”
Een dochter van ds. Ottevanger vertelde enkele jaren geleden dat ds. Van Willigen eerst in Sluipwijk als predikant heeft gediend. Misschien was dit voor zijn vicariaat. Sluipwijk was in ieder geval daarna de gemeente van ds. Ottevanger, die daar zijn oudste twee kinderen kreeg, maar ook afscheid moest nemen van zijn vrouw Johanna, 34 jaar oud. Een verschrikkelijk verlies.
Zij was de stiefzus van ds. Van Willigen en met z’n vieren (Sander, Arie, Marius en Johanna) hadden ze vele jaren samen als gezin in Feijenoord gewoond. Ds. Van Willigen heeft bij de begrafenis gesproken bij het graf. De afscheidsdienst zelf werd geleid door ds. Ottevanger, de echtgenoot van de overledene.
Vrucht
De gemeente van Nieuw-Beijerland was de eerste gemeente waar ds. Van Willigen als predikant werd bevestigd. In deze gemeente heeft hij met vrucht mogen dienen, om vervolgens het beroep aan te nemen naar Woudrichem.
In die plaats heeft hij slechts kort gestaan, ongeveer twee jaar. Over de Woudrichemse periode van ds. Van Willigen is vrij weinig bekend. Het Noord-Brabantse vestingstadje ligt overigens vlak bij het Gelderse dorp Vuren, waar de familie Van Willigen eigenlijk vandaan kwam.
Van de gemeente ’s Grevelduin-Capelle en de warme band die ds. Van Willigen met haar had, is aanzienlijk meer bekend. De woorden die ds. Van Willigen er uitsprak tijdens de afscheidsdienst zijn ook in druk bewaard gebleven.
Nadien vertrok ds. Van Willigen naar Rijssen, de gemeente waar hij het langst heeft gestaan. In de Overijsselse stad wordt hij nog door velen onder de oude generatie herinnerd. Door een ernstige leverziekte stierf hij er op 57-jarige leeftijd. Ds. Van Willigen werd in Rijssen begraven op de oude begraafplaats.
Kerkboek
Aaltje Goossen-Tijhof, die indertijd woonde aan de Weverstraat 8 te Rijssen, noteerde de voor haar belangrijke momenten van het kerkelijke leven in haar kerkboek. Van haar zijn de beschikbare gegevens over de rouwdienst afkomstig.
Ze schreef het volgende op: „Begrafenis ds. A van Willigen, oud 57 jaar op 1 Maart 1945. Ds. Kijftenbelt van Wierden leidde de begrafenis in de kerk en sprak naar aanleiding van 2 Korinthe 5, in de kerk werd Psalm 103: 8 en 9 gezongen. Meester Dijkman sprak op het kerkhof, bij het graf werd gezongen de Psalmen 68:10 en 84:3.”