Over krekels, mieren en de toekomst van de euro
De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was, wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door ’t gras. Zo begint de fabel over de krekel en de mier.
De winter volgde, onvermijdelijk. Het gesjirp van de krekel hield op. Hij had het koud, had honger en niets te eten. Toen hij de mier vroeg om wat eten, gaf die niet thuis. Had je maar net als ik voorbereidingen moeten treffen.
In de coronacrisis ruziën de noordelijke en zuidelijke eurolanden, en hoe. Het noorden, vooral Nederland, is, aldus het zuiden, beledigend, onkundig en arrogant. De landen ten noorden van Alpen en Ardennen wijzen gezamenlijke schuldbewijzen, zogeheten eurobonds, af. De zwakke eurolanden hadden in goede tijden voorbereidingen moeten treffen, is hun argumentatie.
Het zuiden werpt tegen dat de situatie uitzonderlijk is. Wie had ooit kunnen bedenken dat een virus de hele wereldeconomie zou platleggen! Daarom moeten we elkaar helpen. Doen we dat niet, dan kan het einde euro en zelfs einde EU betekenen, klinkt het uit Parijs, Rome, Madrid en Lissabon.
Ze hebben gelijk. De coronacrisis ís uniek. Elkaar helpen is een must om erger te voorkomen. Het is alsof het huis van je buurman in lichterlaaie staat doordat iemand de brand aangestoken heeft. Dat is niet het moment om tegen je buurman te zeggen dat hij een hek had moeten plaatsen. Je helpt hem, ook uit eigenbelang.
De zaak verandert als de buurman extreme waterschade heeft doordat hij jarenlang niets aan het onderhoud van zijn doorgezakte dak deed, zijn inkomen gebruikte om een nieuwe auto te kopen en lening na lening afsloot om op vakantie te gaan. Dan is het lastig om je eigen gezin te vertellen dat zakgeld even niet kan en het spaarpotje naar de buurman gaat zodat hij zijn dak alsnog kan repareren. In politieke termen: dat werkenden in je land later met pensioen moeten en hun pensioen omlaag gaat om de Fransen en Italianen, die vaak ruim voor hun 55e achter de geraniums gaan zitten, te helpen.
O ja, je bent er ook niet zeker van dat de buurman met je spaargeld zijn dak repareert. Als je zegt dat dat echt moet en dat hij beter moet omgaan met zijn inkomen, krijg je te horen: „Bemoei je met je eigen zaken.”
Geen land kan zich voorbereiden op zo’n coronacrisis. Wel op een winter! Dat de economie twee seizoenen kent, zomer (hoogconjunctuur) en winter (laagconjunctuur), die elkaar onvermijdelijk afwisselen, is bekend.
Kiezen voor een gemeenschappelijke munt is ook kiezen voor een gemeenschappelijk monetair beleid. Maar om het echt goed te doen, moet dan ook het economisch beleid gezamenlijk worden in plaats van bepaald worden in Parijs, Rome, Madrid en Lissabon. Anders wordt het een huwelijk waarin ieder voor zich bepaalt wat te doen met zijn/haar inkomen en waarbij als een partner door onverantwoord omgaan met zijn/haar geld in problemen komt, de ander moet dokken.
Dan zullen de economische verschillen tussen noorden en zuiden groter worden of de sterke eurolanden zwakker. Beide kan ertoe leiden dat dat ergens in de unie vroeg of laat te veel zal blijken te zijn en men er de brui aan geeft. Dát zou het ergste zijn, gezien de stand van zaken op het wereldtoneel: de Europese landen die geen front vormen.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer