Wout Sabee (70) werd op 24 juni 2016 bij zijn woning in De Meern doodgeschoten. Twee jaar daarvoor overleefde hij een moordaanslag, waarvoor inmiddels twee mannen zijn veroordeeld. Het OM verdenkt D. (37) ervan in die zaak opdrachtgever te zijn geweest. D., die anderhalf jaar in voorarrest zit, ontkent alles.

Volgens zijn advocaat put het OM voor de bewijsvoering selectief uit verschillende strafdossiers en databronnen, zonder dat hij daar zelf toegang toe krijgt. Daarbij gaat het onder meer om versleutelde PGP-communicatie. Ook was hij verontwaardigd dat een ander moorddossier waarin Sabee voorkomt en dat een ander licht op de zaak kan werpen tot nu toe is genegeerd.

Als laatste verweet hij de aanklaagster „gebrek aan kritisch vermogen” als het gaat om verschillen tussen de woordelijke weergave van geheime verklaringen die Sabee voor zijn dood bij justitie aflegde en de vertaling ervan naar de officiële processen-verbaal. Volgens de raadsman is dat zo onzorgvuldig gebeurd „dat de honden er geen brood van lusten”. Hij vroeg de rechtbank onder meer toestemming de geluidsopnamen te beluisteren. Ook vroeg hij D. vrij te laten uit voorarrest.

De aanklaagster verzette zich zowel tegen het beschikbaar stellen van de geluidsopnamen als tegen de vrijlating van D. Wel kan de verdediging wat haar betreft de beschikking krijgen over delen van de PGP-communicatie.

In de moordzaak heeft justitie zeven mannen op de korrel. Twee van hen zitten nog vast, onder wie Marcel D. De rechtbank beslist op 6 mei over de verzoeken van zijn raadsman.