De Jonge: Donorwet mogelijk later ingevoerd door coronacrisis
Hoe krijg je premier Rutte al in de eerste ronde van het wekelijkse Kamerdebat over de coronacrisis op de kast? Laat dat maar over aan SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen. „Voorzitter”, brengt ze uit, „in deze tijden kun je beter een smartphone zijn, op zoek naar een app, dan een zorgverlener op zoek naar beschermingsmiddelen.” Onmiddellijk schiet Rutte vanuit het kabinetsvak uit zijn slof. Zijn microfoon staat uit, maar zijn verwijt is duidelijk te verstaan: „U gaat een grens over. Hou op.”
Geen enkele andere woordvoerder kiest zijn of haar woorden zo als Marijnissen deed, maar de verzuchting leeft breder. Hoe pijnlijk blijft toch het tekort aan mondmaskers, spatbrillen en beschermingsschorten. Kort voor het begin van het debat legde ook zorgbrancheorganisatie ActiZ de vinger op de zere plek. Een woordvoerder van de koepel zei verbijsterd te zijn over „ het gebrek aan duidelijkheid en perspectief.”
Coalitiepartij D66 haakte er gretig op in. Zo schreef Kamerlid Vera Bergkamp van de partij op Twitter samen met GroenLinks een schriftelijk overleg met De Jonge over de tekorten te hebben aangevraagd.
Nauw verwant aan de zorgen over de beschermingsmiddelen is de ergernis over het gebrek aan duidelijkheid over de testcapaciteit. Inmiddels is het mogelijk dat dagelijks 17.500 mensen een slijm- en speekselmonster kunnen laten afnemen dat wordt onderzocht op aanwezigheid van het coronavirus, maar het aantal testen blijft beperkt tot zo’n 7000. In een brief aan de Kamer erkent De Jonge dat er nog organisatorische knelpunten zijn. Kamerbreed leeft de overtuiging dat die weggenomen moeten zijn, zeker als na 11 mei ook de basisscholen en de kinderopvangcentra weer de deuren openen. Dat gebeurt immers onder de toezegging dat elke bezorgde leerkracht of pedagogische medewerker die bang is besmet te zijn direct kan worden getest.
Domineren de beschermingsmiddelen en de testcapaciteit al wekenlang de agenda, van recenter datum zijn de corona-traceerapp en de wijze waarop het kabinet zich laat adviseren door het team van medische deskundigen dat is verenigd in het zogenaamde Outbreak Management Team (OMT). Gesteund door een speciale hoorzitting voerde een reeks van Kamerleden woensdag aan dat zo’n app niet het doel moet zijn, maar hooguit een mogelijk middel is. Daar staan tal van andere naast, zo voerde PvdA-leider Lodewijk Asscher aan. Zoals het helpen van de GGD om het ambachtelijke contact- en brononderzoek in ere te herstellen door daar vrijwilligers voor te werven. Die suggestie oogstte breed bijval.
Een eveneens breed gedragen klacht is dat het OMT geregeld aanbevelingen lijkt te doen en adviezen lijkt te geven die niet zozeer van medische aard lijken te zijn, maar eerder gaan over bijvoorbeeld de economie. Zet naast dat OMT ook een IMT, een Impact Management Team, is de suggestie van ChristenUnieleider Gert-Jan Segers. Daarin zouden bijvoorbeeld gedragswetenschappers, economen, ethici of psychologen zitting kunnen nemen die de adviezen van het OMT kunnen aanvullen.
SGP-leider Kees van der Staaij informeerde wanneer de eerste verpleeghuizen zover zijn dat ze voorzichtig en bij wijze van proef de strenge bezoekersregeling wat kunnen gaan versoepelen. „Zakken we niet door de bodem van de menselijkheid heen als we te lang dralen deur van het verpleeghuis op een kier te zetten als dat op een verantwoorde manier zou kunnen”, aldus Van der Staaij. De SGP-leider memoreerde het overlijden van oud-SGP-Tweede Kamerlid Koos van de Berg door een gedeelte aan te halen uit een van diens spreekteksten uit zijn tijd als Kamerlid. Van den Berg beklemtoont daarin hoezeer ook Kamerleden voor hun werk afhankelijk zijn van de hulp en de zegen van God.
Ook premier Rutte uitte zijn medeleven. Hij sprak over de lege plek die er is gekomen na Van den Bergs overlijden. „We missen hem allemaal, maar een andere plek is met hem verrijkt. Mogen we dat zo zeggen”, aldus de premier.
Rutte erkende dat het kabinet zich breder moet laten adviseren als het wil bepalen welke maatschappelijke instellingen en ondernemingen als eerste hun activiteiten weer mogen hervatten. Hij herhaalde dat schaarste ruimte in dat geval onder vele gegadigden moet worden verdeeld.
Doorslaggevend voor het kabinet is en blijft dat de zorg niet opnieuw overstelpt mag worden door patiënten, zodat de ic’s opnieuw aanlopen tegen de grenzen van hun capaciteit. Als dat risico is afgewend kan bekeken worden hoe na de scholen en de kinderopvang ook de horeca-ondernemers en de kappers weer aan de slag kunnen, zei Rutte. Hij zou het alleen fout vinden als er naast het OMT een tweede, economische adviesorgaan komt, maar wil de invalshoek wel verruimen.
Rutte liet verder doorschemeren dat details over het versoepelen van de lockdown de komende tijd in aparte Kamerdebatten aan de orde zullen komen, steeds met de bewindspersoon die over de specifieke sector gaat. De ins en outs over bijvoorbeeld het onderwijs zullen woensdag besproken worden met minister Slob en die over de horeca later met minister Wiebes. Hij maande de Kamer om op dit punt niet te hard van stapel te lopen: „Ik ben al angstig over de verruiming voor scholen en sportverenigingen die we dinsdag hebben aangekondigd”, zei hij.
Minister De Jonge kreeg in het debat nog een paar kritische vragen over de procedure die hij had gevolgd rond de corona-traceerapp. Zaterdag en zondag organiseerde hij een zogenaamde appathon, een publiekspresentatie waarbij zeven appbouwers hun applicatie mochten demonstreren. Dat evenement was vooral bedoeld als een marktconsultatie, lichtte De Jonge toe. „Stel dat er al een app gebruiksklaar, of bijna gebruiksklaar op de plank had gelegen, dan hadden we meteen zaken kunnen doen”, zei hij.
Dat is niet het geval, is inmiddels duidelijk. Overigens had De Jonge de angel al van tevoren uit het debat gehaald door aan te kondigen dat de zoektocht naar een app die mogelijk geschikt is van voor af aan begint. De zeven apps die het afgelopen weekend zijn bekeken vertoonden allemaal nog teveel tekortkomingen. Uitgangspunt is en blijft volgens de bewindsman dat de app iets moet toevoegen aan het klassieke bron- en contactonderzoek.
In antwoord op een vraag van 50PLUS-Kamerlid Krol bevestigde De Jonge zoëven dat de informatiecampagne over de nieuwe donorwet tijdelijk onhold is gezet. Onduidelijk is nog of de beoogde invoeringsdatum van 1 juli wel in stand blijft. Volgens De Jonge wordt de mogelijkheid van een latere invoeringsdatum momenteel verkend en wordt daarbij ook bekeken „welke gepaste informatievoorziening daarbij past.”