Toch loonkostenregeling mogelijk voor bedrijfsonderdelen
Bedrijven die onderdeel zijn van een breder concern kunnen toch aanspraak maken op de loonkostenregeling van de overheid, ook als het omzetverlies bij het moederbedrijf als geheel niet groot genoeg is. Voorwaarde is wel dat het concern dan over 2020 geen bonussen of dividend uitkeert.
Dat meldt minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) aan de Tweede Kamer, waar een meerderheid gevraagd had om zo’n verruiming. Ook werkgevers en vakbonden hadden er op aangedrongen om te voorkomen dat dergelijke werkmaatschappijen toch op grote schaal mensen gaan ontslaan.
De loonkostenregeling geldt voor bedrijven die meer dan 20 procent van hun omzet zien wegvallen. Als zij beloven de salarissen volledig door te betalen en geen mensen om bedrijfseconomische redenen te ontslaan, neemt de overheid tot 90 procent van de loonkosten over.
Tot dusver gold voor grote concerns dat zij niet per afzonderlijke werkmaatschappij een beroep konden doen op de regeling, maar alleen als geheel. Daarvoor was gekozen om de regeling zo eenvoudig mogelijk te houden, en om „strategisch gedrag” van dergelijke bedrijven voor te zijn.
Aan de verruiming zijn wel extra voorwaarden verbonden. Behalve van bonussen en dividend moeten concerns ook afzien van het inkopen van eigen aandelen als een van de werkmaatschappijen gebruikmaakt van de loonkostenregeling. Ook moeten afspraken zijn gemaakt met de vakbonden over werkbehoud.
Een andere voorwaarde is dat bedrijven zich moeten onderwerpen aan extra accountantscontroles. Zo moet worden voorkomen dat zij bijvoorbeeld kunnen schuiven tussen verschillende bedrijfsonderdelen met omzet, opdrachten of voorraden om aan de voorwaarden voor overheidssteun te voldoen.
CDA-Kamerlid Hilde Palland, die het verzoek tot verruiming had ingediend, vindt het een goede zaak dat ook werkmaatschappijen nu een beroep kunnen doen op steun. „Daarmee wordt een knelpunt in de praktijk, bijvoorbeeld in de schoonmaakbranche en de bouw, aangepakt en werkgelegenheid behouden.”