1,4 miljoen leerlingen en 144.000 leraren weer naar basisschool
Door het regeringsbesluit om basisscholen weer te openen met halve klassen zullen 1,4 miljoen leerlingen en 144.000 leraren elkaar vanaf 11 mei weer treffen in het klaslokaal. Dat blijkt uit cijfers over 2019 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Directie en ondersteunend personeel zijn hierbij ook meegenomen. Ruim vier op de tien leraren is 45 jaar of ouder. Gebleken is dat mensen vanaf die leeftijd kwetsbaarder zijn voor het coronavirus.
Mark Rutte kondigde dinsdagavond aan dat de kinderen zo halverwege mei de helft van de schoolweek weer naar de klas kunnen. Hij benadrukte daarbij dat het niet de bedoeling is dat leraren die een verhoogd risico lopen om ziek te worden weer voor de klas gaan staan. CNV Onderwijs zei in een reactie op de persconferentie dat maatwerk hier geboden is. Schoolteams moeten volgens de onderwijsbond per individuele situatie beslissen of het raadzaam is om een leraar voor de klas te zetten. „Ouderen of mensen die een ziek gezinslid hebben moeten dit bespreken met hun leidinggevende”, zei voorzitter Jan de Vries in een reactie.
Het risico om ziek te worden van het nieuwe coronavirus, in het ziekenhuis te belanden of er aan te overlijden, begint ongeveer halverwege de 40 op te lopen. Dat beeld schetst het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in zijn dagelijkse rapporten. Mannen lopen daarbij het meeste risico. 45 procent van de de leraren in het (speciaal) basisonderwijs is 45 jaar of ouder. Een op de zeven basisschoolleraren is man.