Kinderen voorlopig helft van de tijd naar basisschool
Kinderen gaan vanaf 11 mei de helft van de schoolweek weer naar de basisschool. Kinderopvang, buitenschoolse opvang en speciaal onderwijs gaan weer open. Leerkrachten en opvangpersoneel kunnen zich laten testen op het coronavirus als ze klachten hebben die daarop duiden, zegt premier Mark Rutte.
Basisscholen kunnen weer open omdat jonge kinderen het virus minder snel lijken op te lopen en over te dragen, zegt Rutte. Scholen kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen de ene helft van de leerlingen de ene dag, en de andere helft de andere dag les te geven. Het is niet realistisch om van jonge kinderen te verwachten dat ze onderling 1,5 meter afstand bewaren, denkt hij.
Leerkrachten en opvangpersoneel kunnen net als zorgpersoneel aanspraak maken op een coronatest, zegt Rutte. Ouders die het toch niet aandurven hun kinderen weer naar school te sturen, krijgen volgens Rutte niet onmiddellijk met de leerplichtambtenaar te maken. Maar hij rekent erop dat veel ouders eventuele twijfels opzij kunnen zetten of zich laten geruststellen door de school.
Met de herstart van de basisscholen hoopt het kabinet het leven van thuiswerkende ouders een stuk makkelijker te maken. Deze maatregel kon ook eenvoudig worden versoepeld, omdat leerlingen meestal in de buurt wonen. Het wordt daardoor niet veel drukker op straat en in het ov.
Leerlingen en leraren krijgen gewoon zomervakantie, zegt de premier. Het verlengen van het schooljaar, wat hier en daar is geopperd, is volgens hem vooralsnog „niet voorzien”.
Het kabinet wilde er aanvankelijk helemaal niet aan om de scholen te sluiten, omdat de deskundigen die de regering bijstaan dat niet nodig vonden. Onder druk van ouders en leraren zwichtte het kabinet medio maart alsnog. Daarvan heeft Rutte naar eigen zeggen geen spijt, omdat hij er niet omheen kan „als ouders hun kinderen thuishouden en leraren niet komen”.