„Of het is helemaal veilig, of niet”, zegt Bijlsma. Ze vreest dat het instellen van verschillende regimes tot veel onrust onder ouders en gezinnen zal leiden. Ook voorziet Bijlsma problemen met de bezetting als het kabinet het advies volgt en kinderen maar de helft van de tijd naar school mogen. „De kinderopvang is complementair aan het onderwijs. Wij zijn flexibel, maar ik vraag mij af: hoe dan?” Als het zover komt, moeten wat Bijlsma betreft landelijke afspraken worden gemaakt tussen opvang en onderwijs.

Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) steunen het pleidooi om voor basisscholen dezelfde regels in te stellen als voor de opvang. Beide sectoren werken immers met kinderen tot en met twaalf jaar, stellen ze. Het risico op besmetting met het coronavirus is volgens hen daarom even groot.

De organisaties vinden verder dat medewerkers uit de sector de mogelijkheid moeten krijgen om zich te laten testen op het virus.

De PO-Raad, die de schoolbesturen in het basisonderwijs vertegenwoordigt, wil nog niet reageren op het OMT-advies en wacht het kabinetsbesluit af. Dat wordt dinsdagavond verwacht en wordt dan eerst besproken met de achterban, laat een woordvoerder weten. De Algemene Onderwijsbond (AOb) wil eerst meer duidelijkheid over het advies en komt ook pas later met een reactie.

Deskundigen in het OMT verschillen overigens van mening over wat nu het verstandigst is voor het basisonderwijs: „Er is binnen het OMT nog geen consensus over de vraag of de basisschool direct helemaal open kan gaan of dat er begonnen moet worden met halve klassen en de kinderen om en om te laten deelnemen aan onderwijs op school”, schrijven ze. Het advies werd uiteindelijk om te beginnen met „voorbereidingen voor halve bezetting” en goed te kijken naar de ervaringen in Scandinavische landen waar de scholen (weer) open zijn.