Urks meisje onthaalde in klederdracht bevrijders
De Noordoostpolder is al drie dagen bevrijd, maar pas vanmorgen, 20 april 1945, vertoonden de eerste Canadese militairen zich in Urk.
Ze worden deze dag uitgelaten ontvangen. Iedereen wil de bevrijders wel zien. Op het plein voor de Bethelkerk gebeurt het allemaal. Een klein meisje in klederdracht zit voorop een Canadese jeep. Op het raadhuis in de Torenstraat gaat de Nederlandse vlag weer in top.
De Christelijke Oranje Vereniging maakt onmiddellijk plannen om een feest te organiseren op de verjaardag van prinses Juliana, 30 april. De bestuursleden komen morgen bij elkaar in de bestuurskamer van de Wilhelminaschool. Dan wordt ook het naambord, dat door de Duitsers in de haven was gegooid omdat het de naam van de koningin vermeldde, weer aan de muur van de Wilhelminaschool bevestigd.
De Duitsers zijn een week geleden al begonnen met voorbereidingen om van het voormalige eiland Urk te vertrekken. De telefoonverbinding met het vroegere vasteland is verbroken. Ook laten de bezetters twee schepen zinken zodat de sluis geblokkeerd is. ’s Nachts zijn er ontploffingen te horen. Om de binnenhaven te versperren, wordt een kraan tot zinken gebracht.
Omdat er door de in 1942 drooggevallen polder nog geen wegverbinding met het voormalige eiland is, verlaten de Duitsers op de ochtend van 16 april Urk over de dijk naar Lemmer. Twee Waffenboten varen de haven van de vissersplaats uit. Urk is niet bezet en ook niet bevrijd. De enige landwachter die Urk rijk is, een hulppolitieagent, probeert ook via de dijk te ontkomen, maar wordt teruggewezen.
Voordat er ook maar één geallieerde soldaat in Urk verschijnt, gebeurt er van alles. Johan Verstelle schrijft het in zijn dagboek. „Vanmorgen vroeg (18 april) al de klokken geluid. Van schier alle huizen is de oude driekleur uitgestoken en groot en klein met oranje getooid. In de afgelopen nacht, rond twee uur, zijn tal van bekende NSB’ers uit hun huizen gehaald en vanmorgen vroeg naar dorp A gebracht. Te weten: burgemeester Landman, wiens beide revolvers onder bedreiging van de opgetreden ondergrondse Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten afgegeven werden.”
Schietpartij
Verstelle is ooggetuige. „Het gedrag van een nogal groot getal Urker meiden, zelfs een paar getrouwde vrouwen worden genoemd, die geregeld omgang met de Duitsers of de mannen van de Waffenboten zochten, had al lang veel aanstoot gegeven en de vergelding is deze middag begonnen. Op het plein voor het raadhuis zijn de eerste vier of vijf vrouwen door de polderpolitie helemaal kaal geschoren en daarna onder gejuich en gejouw door een marechaussee in veiligheid gebracht.”
Een ernstig incident in de tijd tussen het vertrek van de Duitsers en de aankomst van de Canadezen overschaduwt de feestvreugde in Urk. Ook op 19 april worden weer vrouwen die in de oorlog verkering met een Duitser hadden kaal geschoren. Ineens verandert de sfeer, het wordt duwen en trekken. Het opstootje dreigt uit de hand te lopen. Een politieagent wil in de lucht schieten, maar tegelijkertijd geeft iemand een slag op zijn arm. Twee jonge mannen worden door de rondvliegende kogel geraakt en komen om het leven.
Als de Canadezen er eenmaal zijn, is de vreugde compleet. Met vlaggen en oranjedoeken en alles wat daarop lijkt geeft de bevolking uiting aan haar blijdschap. Het dorp viert feest. Hilda Pruiksma is erbij: „Er is iemand die aan een lange stok een rood hemd, een witte onderrok en een blauwe broek heeft geknoopt. Op een bord heeft hij er bij geschreven: We hadden nog geen vlag en stok, nu doen we het maar met hemd en rok. Het rood, wit, blauw moet aan de stok, al staan we ook in de onderrok.”
Bron: urkinoorlogstijd.nl
serie
In het spoor van de bevrijders
Geallieerde troepen maakten 75 jaar geleden een eind aan de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze serie volgt het spoor van de bevrijders. Deel 8: Urk.