Europese autoverkoop ruimschoots gehalveerd door coronapandemie
De Europese autoverkoop is in maart flink gekelderd als gevolg van de coronapandemie. Het aantal auto’s dat aan de man werd gebracht, is vergeleken met een jaar eerder ruimschoots gehalveerd tot 567.308 stuks.
Volgens de Europese autobrancheorganisatie ACEA, die de cijfers levert, lag deze zeer slechte afzet in de lijn der verwachting. In de tweede helft van maart was het merendeel van de autodealers in de Europese Unie noodgedwongen gesloten.
In alle 27 EU-landen gingen de verkopen achteruit. De grootste terugval werd genoteerd in Italië, waar de markt met ruim 85 procent instortte. De Franse verkopen zakten daarnaast met dik 72 procent. Europa’s grootste autoland, Duitsland, zag bijna 38 procent minder nieuwe personenwagens de showrooms uitrollen. Alleen in Finland bleef de verkoop nog enigszins op peil. Daar werd ongeveer 1 procent minder auto’s aangeschaft.
De Nederlandse brancheorganisaties BOVAG en RAI Vereniging meldden onlangs al dat de autoverkoop hier ruim 23 procent lager uitkwam op 29.496 stuks. Dit betrof grotendeels afleveringen van voertuigen die reeds waren besteld voor de invoering van de overheidsmaatregelen om het virus te bestrijden. De flinke afname kwam vooral doordat de gebruikelijke piek in registraties door dealers en importeurs aan het einde van de maand uitbleef. In Nederland zijn showrooms van autobedrijven over het algemeen nog wel gewoon open.