Nog eenmaal over de brug, desnoods in rolstoel
Ze kwamen in rolstoelen en in oude legervoertuigen, met de rollator achterin. Anderen konden het marstempo niet meer bijbenen en liepen danig uit de pas. Maar ze waren er bijna allemaal, de hoogbejaarde veteranen die in 1944 gevochten hebben in de Slag om Arnhem. Stralend namen ze donderdag de toejuichingen van ruim 100.000 toeschouwers aan weerszijden van de Rijnbrug in ontvangst.
De Stichting Airborne Herdenkingen heeft de laatste maanden telkens benadrukt, dat de zestigste herdenking van de Slag om Arnhem de laatste grote bijeenkomst met de Britse en Poolse veteranen is, omdat het nu echt te zwaar wordt voor de zeer oude mensen. Maar stichtingsvoorzitter M. van Pelt zette er donderdag al vraagtekens bij: „De jongste mannen hier zijn 78, 79 jaar. Die maken zich al ongerust dat ze over vijf jaar niet meer mogen komen. Dus we moeten maar eens met ze praten."
Veel mensen weten niet dat de Airborne–herdenking een eigen „feestje" van de veteranen is. De Nederlandse organisaties verlenen grootschalige ondersteuning, maar de pelgrimage is de wens van de oudstrijders zelf.
„In 1945 al kwam een groepje Britten naar Oosterbeek om hun gevallen strijdmakkers te eren op de begraafplaats. Ze durfden de inwoners bijna niet aan te kijken, omdat ze zich schaamden voor de ruïne die ze hadden achtergelaten. Maar de mensen hier verwelkomden hen met open armen en zo is de traditie van de jaarlijkse herdenking ontstaan. Vanaf het begin hebben de meeste oudstrijders ook bij mensen thuis gelogeerd", zei J. Rouwen van de Airbornestichting.
Voor de Arnhem–veteranen is het defilé over de Rijnbrug, die ze in 1944 niet konden veroveren, het hoogtepunt van hun trip. Ze hechten er zozeer aan, dat ze geen enkele andere oudstrijder toestaan mee te lopen. „Zelfs Polen en Britten die niet over de Rijn zijn gekomen, mogen niet meedoen. Het is alleen voor de mannen en een enkele vrouw die echt noordelijk van de rivier zijn geweest", aldus Van Pelt.
Om dezelfde reden is het in Arnhem nog altijd ondenkbaar dat er Duitse gasten naar de diverse plechtigheden zouden komen. In Nijmegen en Groesbeek is dat al tien jaar gebruikelijk en is er zelfs ruimte voor Duitse oorlogsherinneringen, maar voor de Arnhem–veteranen is het absoluut taboe.
„Het is een geweldige eer dat ik op deze brug mag staan, waar ik zoveel kameraden zag sneuvelen. Al gaat het dan niet meer zo snel", aldus F. Sampson uit Canada, bij wie de tranen over de wagen biggelden. En hij was niet de enige die aangedaan raakte. Maar hoe oud en ontroerd ook, bij het passeren van de hoogste veteraan in rang, majoor–generaal Dean Drummond, gingen alle handen strak naar de baret. Want de veteranen blijven militairen en daar zijn ze trots op.