Bij 50PLUS komt verstand niet met de jaren
De coronacrisis verbindt en verbroedert: samen strijden tegen het virus. Toch?
Ja, maar niet bij 50PLUS. Daar vechten ze elkaar de tent weer eens uit, voegen ze aan alle uit Covid-19 voortvloeidende onzekerheden nog de onzekerheid over de toekomst van hun eigen partij toe, en wedijveren ze met DENK om de titel ”grootste ruziezoeker van het Binnenhof”.
Hoe het afloopt met de op zichzelf succesvolle partij voor ouderen, is koffiedik kijken. Duidelijk is dat de situatie penibel is. Nota bene drie van de vier Kamerleden, alsook beide senatoren én erelid en partijoprichter Jan Nagel zegden dinsdag publiekelijk het vertrouwen in partijvoorzitter Geert Dales op.
Erg? Niet als Dales bereid zou zijn op te stappen. Dan zou de kou snel uit de lucht kunnen zijn. Maar op dit moment is er niets dat daarop wijst. Sterk complicerende faktor is bovendien dat hét gezicht van de partij, de 70-jarige partijleider Henk Krol, Dales blijft steunen. Dat geeft het conflict scherpe randen en roept de vraag op hoe het nog goed kan komen tussen Krol en alle andere 50PLUS-parlementariërs. Gaat dit misschien uitlopen op een splitsing van de partij?
Wie er van enige afstand naar kijkt, verwondert zich erover hoe deze ouderen erin slagen de eigen glazen in te gooien. Toen Dales in 2018 binnen 50PLUS op het schild werd geheven, moest hij intern orde op zaken stellen én de club gereed maken voor mogelijke regeringsdeelname.
Zo gek was die laatste ambitie niet. Sinds 1994, toen voor het eerst ouderenpartijen hun intrede deden in de Kamer, weten we dat deze groeperingen in Nederland kansrijk zijn. Veel senioren voelen zich door de politiek misdeeld en zijn bereid op een partij te stemmen die specifiek voor hun belangen opkomt.
Toegegeven, peilingen zijn glibberige palingen. Toch is het opvallend dat 50PLUS op 31 maart bij I&O Research op zeven zetels stond en op diezelfde datum bij EenVandaag/Ipsos op tien. Getalsmatig gezien is een partij van die omvang, in een verspinterd politiek landschap, best een kandidaat om aan te schuiven bij een formatie.
Ruzies zoals die zich nu in 50PLUS voordoen, maken de kans op meeregeren echter een stuk kleiner. In de eerste plaats omdat kiezers niet van ruzie houden. Zet dit gehakketak zich voort, dan kunnen de gunstige peilingen de komende tijd zomaar weer verdampen.
In de tweede plaats omdat andere partijen zich wel drie keer zullen bedenken voor ze een kabinet gaan vormen met een instabiele partij. De ervaringen met bijvoorbeeld de LPF, in 2002, laten zien op welke menselijke en politieke drama’s zoiets kan uitlopen.
Daarom kan 50PLUS, hoewel Kamerverkiezingen in prinicipe nog een jaar op zich laten wachten, zich nu maar het beste instellen op weer een periode oppositievoeren. Jammer voor Krol en de zijnen, maar blijkbaar komt bij de ouderenpartijen het verstand níét met de jaren.