Rijssen viert Bevrijding op het Schild
Het Schild vormt al eeuwenlang het middelpunt van Rijssen. In de stilte van de coronatijden doen nu zware machines hun werk om het Rijssense stadshart een nieuw gezicht te geven; 75 jaar geleden trokken uitgelaten Rijssenaren naar het Schild. Maandag 9 april 1945. Na bijna vijf jaar Duitse overheersing lijkt ademhalen zelfs vrijer te gaan. De Canadezen komen! Als je ze wilt zien, ja, dan moet je naar het Schild. Waar anders? Markelo en Holten zijn de vorige dag al bevrijd, vandaag vervolgen de geallieerde troepen hun tocht door Twente naar Rijssen.
Het Schild is overvol. Op de toren van de Schildkerk steekt een politieagent de Nederlandse vlag uit. Het is kwart over tien. Overal in de Haarstraat en de Grotestraat verschijnt de Nederlandse driekleur en zelfs oranje vlaggen. Waar komen die zo snel vandaan? Die moeten de afgelopen oorlogsjaren wel zorgvuldig opgeborgen zijn. De berichten gaan van mond tot mond, spreken elkaar tegen: het duurt nog wel even voor ze er zijn, maar ze zijn al bij de molen van Muller in Holten. Halzen rekken om de eerste glimp van de bevrijders op te vangen. Jolige toeschouwers maken de onvermijdelijke grap: „Jea! Doar he’j ze!!” Iedereen kijkt. Niets te zien natuurlijk. „Oh nee, toch nit…”
Sigaretten
Het is bijna halftwaalf als de eerste Canadese voertuigen het Schild op rollen: Humber Scout Cars met machinegeweren. Tanks en ander zwaar materieel volgen. Ook een Poolse eenheid. Diepe sporen in het wegdek, maar wie maalt daarom na vijf jaar onvrijheid. De menigte is dolenthousiast. De Canadezen delen Sambasigaretten uit. Maar ook chocola: men is vergeten hoe die smaakt.
Rijssen wil zijn sympathie voor de bevrijders tonen. Ze krijgen flessen melk en eetbare waar toegestopt. Er worden foto’s gemaakt van de bevrijders en iedereen wil erop staan. Velen zijn als op Koninginnedag gekleed, maar dan op klompen; schoenen zijn schaars. Rijssenaren klimmen op een tank. Eén heeft een portret van koningin Wilhelmina in zijn hand.
Leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten verschijnen op het Schild in hun blauwe overalls met oranje armband en stenguns. Ze houden de mensenmassa in het gareel. De Rijssenaren zingen lang verboden liederen. Wie te veel omgang had met de Duitse bezetter wordt uit huis gehaald en vastgezet. Vijf jaar oorlogsangst bij de omstanders zoekt een uitweg in spottende nazigroeten en smalende opmerkingen.
Hoofdwond
Klein leed bij kappersknecht Jannes Nijveld. Van zijn baas Lukas Oosting moet hij op de winkel passen. „Ik goa eawn noar ’n Scheeld. Temet vertel ik oe wal wat ’r gebuurd is.” Het feestgedruis op het Schild trekt als een magneet. Begrijpelijk. Juist vandaag wil je daar zijn. Vanaf de winkelstoep ziet hij de bevrijders door de Haarstraat trekken richting het Schild. Kapper Oosting staat daar, vlak naast de hoge stoep van het stadhuis. Hoewel de vrede is uitgebroken, klinkt er tóch klinkt een schot. Een kogel ketst uit een al te slordig reagerende stengun en veroorzaakt een fikse wond in het voorhoofd van de kapper. Medische helpers zijn snel ter plaatse. „Valt gelukkig mee. Hij houdt er wel een flink litteken aan over”, zegt een omstander met voorspellende gaven.
Rijssen is verlost; zonder strijd gelukkig. Het kan zijn vreugde niet op. Op het Schild staat vlak voor de stoep van het stadhuis een Canadese tank. Op de tank zitten enkele zeer jonge Duitse krijgsgevangen. Het zijn eigenlijk nog kinderen. Ze zijn gekleed in veel te grote, versleten soldatenkleren. Ze worden door de menigte niet kwaad bejegend en ze delen in de vreugde van de uitgelaten Rijssenaren. Ze kijken opgelucht en blij. Ook voor hen is de oorlog voorbij. Gelukkig.
serie In het spoor van de bevrijders
Geallieerde troepen maakten 75 jaar geleden een eind aan de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze serie volgt het spoor van de bevrijders. Deel 2: Rijssen.