Corona op volle zee is schrikbeeld van elke marinecommandant
Een uitbraak van corona aan boord van een vliegdekschip leidde in de VS tot een regelrechte politieke rel.
De noodkreet van commandant Brett Crozier liet vorige week aan duidelijkheid niets te wensen over. „We zijn niet in oorlog. Opvarenden hoeven niet te sterven. Als we nu geen actie ondernemen, schieten we tekort in het zorgen voor ons meest kostbare bezit: onze mensen.”
Aan boord van de USS Theodore Roosevelt was corona uitgebroken, kort nadat het schip half maart de haven van Danang, Vietnam, had verlaten. De ziekte verspreidde zich snel – een waar schrikbeeld voor de bevelvoerder van het nucleair aangedreven vliegdekschip. Met bijna 5000 man aan boord zou de ramp binnen korte tijd niet te overzien zijn. Crozier vroeg toestemming bij de Amerikaanse marinebasis op het eiland Guam af te meren en het grootste deel van de bemanning van boord te laten gaan.
Die toestemming kwam er uiteindelijk, maar niet snel genoeg in de ogen van Crozier. Minister van Defensie Mark Esper zei aanvankelijk zelfs dat hij het „niet nodig en voorbarig” vond om het schip te evacueren. Er zouden op Guam niet voldoende faciliteiten zijn om de bemanning in quarantaine te plaatsen. Bovendien brengt het verlaten van een atoomvliegdekschip de nodige uitdagingen op het gebied van veiligheid met zich mee. Er bevinden zich geavanceerde wapensystemen aan boord en er moet een nucleaire reactor draaiend worden gehouden.
Om zijn noodkreet kracht bij te zetten, schreef de commandant daarom een brandbrief aan de marinetop waarin hij waarschuwde voor ernstige consequenties als de meerderheid van zijn bemanning het schip niet zou verlaten. Dat schrijven kwam echter bij de San Francisco Chronicle terecht, die het stuk prompt publiceerde. En toen waren de rapen in Washington pas goed gaar.
Of Crozier de brief bewust naar de media had gelekt, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar voor minister van Marine, Thomas Modly, was het voldoende aanleiding om zijn vertrouwen in de marineofficier op te zeggen en hem van het commando over de Roosevelt te ontheffen. Het grootste verwijt: Crozier had zijn kritiek niet via de normale –en beveiligde– communicatielijnen in de commandostructuur geventileerd.
Modly’s woede bereikte echter het kookpunt toen de bemanning van de carrier hun ontslagen commandant met geklap en gejuich uitgeleide deed toen hij op Guam aan wal ging. De minister vloog hoogstpersoonlijk naar het eiland om de ‘oproerige’ marinemensen toe te spreken. Via de geluidsinstallatie van het schip waren zij een kwartier lang getuige van zijn tirade.
De actie van Crozier bestempelde Modly als „verraad.” Hij waakte ervoor de officier rechtstreeks van lekken te beschuldigen. Maar hij zei wel dat Crozier de brief naar te veel mensen heeft verstuurd, zodat hij kon verwachten dat die bij de media terecht zou komen. Als hij dat bewust heeft gedaan, voegde hij eraan toe, „dan is kapitein Crozier te naïef, of te dom om het commando over een schip als dit te voeren.”
Het was precies het lekken van een transcriptie van zijn eigen toespraak wat Mody de das omdeed. Diverse volksvertegenwoordigers, niet verrassend van Democratische huize, waren furieus over de beschuldigingen aan het adres van de marinecommandant. De minister deed nog een poging om spijt te betuigen over zijn formuleringen, maar hield dinsdag de eer aan zichzelf en nam ontslag.