In de leer bij Corrie ten Boom
Titel:
”Verslagen vijanden: over occulte machten”
Auteur: Corrie ten Boom; toegelicht door ds. G. van Goch en dr. M. J. Paul
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2004; 61 blz.
ISBN 90 239 1623 9
Pagina’s: € 7,50. De bekende evangeliste Corrie ten Boom heeft in 1966 in Engeland een boekje uitgegeven over occulte machten. Al spoedig werd het ook in het Nederlands vertaald onder de titel ”Verslagen vijanden; over occulte machten”. In evangelische gemeenten, later ook binnen de charismatische beweging, vond het gretig ingang. De Stichting Vuur verzorgde in 1977 de vierde druk. Nu is het boekje door Uitgeverij Boekencentrum opnieuw uitgegeven.
Aan een herdruk wordt meestal geen recensie gewijd. Maar in dit geval is er iets bijzonders aan de hand: ds. G. van Goch, hervormd predikant te Huizen, en dr. M. J. Paul, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, hebben het initiatief daarvoor genomen en dat wekt enige verbazing en verwondering.
Zij hebben de vertaling enigszins aangepast. Het opvallendst is de verandering van de naam Heer in Here. In alle geschriften van Ten Boom die ik gelezen heb, wordt de schrijfwijze Heer gebruikt. Voor wie gewend is aan haar stijl, treedt nu bij het lezen een soort vervreemdingseffect op. Haar stem klinkt ineens veel reformatorischer.
Hoe zijn beide theologen ertoe gekomen dit boekje van Ten Boom binnen de gereformeerde gezindte onder de aandacht te brengen? Het doel van hun uitgave is „kerkenraden en gemeenteleden beter te informeren over de werkelijkheid dat mensen ”besmet” of ”gebonden” kunnen zijn door occulte zaken. Dat er sprake is van werkelijkheid en niet van inbeelding baseren zij op eigen ervaringen in het pastoraat. De Bijbel en de geschiedenis van de kerk leren ons dat deze werkelijkheid wel degelijk bestaat en dat het in onze tijd beslist noodzakelijk is die onder ogen te zien. Er is immers duidelijk sprake van een opleving van het occultisme.
Veel kerkmensen, en met name veel jongeren, blijken in aanraking te zijn gekomen met alternatieve genezers of zich bezig te houden met occulte spelletjes, boeken, muziek en films. Daardoor zijn ze besmet en gebonden geraakt, wat blijkt uit verschillende vage lichamelijke en psychische klachten. De vraag is hoe een ambtsdrager of een gewoon gemeentelid moet reageren op mensen die met dergelijke klachten bij hen aankloppen. In eigen kring blijkt daarover geen praktische informatie beschikbaar te zijn. Het boek van Ten Boom, zo betogen ds. Van Goch en dr. Paul, geeft die informatie wel en reformatorische gemeenten kunnen daar hun voordeel mee doen.
Gods liefde
De schrijfster van het boekje, Corrie ten Boom (1882-1983), heeft veel bekendheid gekregen door haar strijd tegen het nazi-regime en haar liefde voor het Joodse volk. Tijdens haar verblijf in verschillende concentratiekampen heeft God haar op wonderbare wijze ondersteund.
Na de Tweede Wereldoorlog besloot zij de boodschap van Gods liefde te gaan verkondigen, waarvoor zij meer dan zestig landen heeft bezocht. Zij heeft daarbij „veel mensen ontmoet, zelfs trouwe dienaren van de Here, die de machten van de duisternis, de duivel en zijn demonen, die hen omringden, niet onderkenden en ook niet wisten hoe deze tegemoet getreden dienden te worden.” Op verzoek van een bevriende zendeling heeft zij daarom ”Verslagen vijanden” geschreven. Er is veel onkunde en verblinding onder christenen die niet weten wat de Bijbel echt leert over satanische machten.
In negentien hoofdstukjes gaat zij in op de strijd tegen de machten der duisternis. In die strijd heeft de gelovige twee wapens: de verlossende en overwinnende kracht van het kruis en het bloed van Jezus én het recht dat iedere verloste heeft om de wonderbare naam van Jezus te gebruiken. Dit laatste wapen laten veel gelovigen ongebruikt liggen. Of zij zijn zich niet eens bewust van het feit dat zij het bezitten. Ten Boom constateert met verdriet dat veel christenen allerlei teksten uit het Nieuwe Testament die duidelijk spreken over bezetenheid en het uitdrijven van boze geesten negeren of verkeerd uitleggen. Inderdaad is het verhelderend wat zij daarover opmerkt, maar toch blijf ik met vragen zitten.
Onkritisch
Een van de teksten waarop Ten Boom zich, ook in haar andere geschriften, veelvuldig beroept, is Markus 16:17: „Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen ze boze geesten uitdrijven.” Met die tekst in de hand wordt het exorcisme, de uitdrijving van demonen, verdedigd. Zij noemt tal van voorbeelden. Meestal gaat het over zaken die zij zelf heeft meegemaakt. Het zijn indrukwekkende geschiedenissen, al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat ik al lezende het gevoel kreeg dat het soms wel erg sterke verhalen zijn.
De beantwoording van de vragen over bevrijding op de bladzijden 50 en 51 roept bij mij zelfs enige weerstand op. Moet het nu echt zo? Slaat Matthéüs 16:19, waar gesproken wordt over binden en ontbinden, op het binden van demonen? En waar staat in de Bijbel dat een mens bij zichzelf demonen kan uitwerpen? Merkwaardigerwijze neemt dr. Paul dit advies zonder meer over in het slothoofdstuk dat hij aan het boekje heeft toegevoegd.
In datzelfde hoofdstuk volgt een verwijzing naar instellingen en gemeenten die hulp kunnen bieden. Het lijstje is nogal eenzijdig en onvolledig. Dat geldt ook voor de literatuuropgave en de websites. Ik mis bijvoorbeeld de Stichting Bijbel & Onderwijs uit Amersfoort, waar wijlen drs. R. H. Matzken veel gepubliceerd heeft over het occulte.
Zonder enig kritisch commentaar worden diverse boeken aanbevolen, ook boeken waarop in de breedte van de gereformeerde gezindte niet altijd zo positief gereageerd is. Opvallend is dat de recente publicatie getiteld: ”Geestelijke strijd. Demonie en bevrijding in christelijk perspectief” (onder redactie van dr. Paul) niet wordt vermeld en dat ook boeken die vanuit een gereformeerd (vrijgemaakte) invalshoek geschreven zijn en die kritisch staan tegenover de duiveluitbanning, ontbreken. Ik denk met name aan het boekje ”Occultisme” uit 1990, waarin de predikanten Drost en Roosenbrand op bijbels-nuchtere wijze spreken over occulte zaken.
Uitdaging
Binnen de reformatorische traditie is er geen of weinig kennis van geestelijke gebondenheid en bevrijding daarvan. Dat is zeker waar. Kennelijk is er in de gereformeerde gezindte sprake van een blinde vlek als het gaat over occulte belasting. In evangelische gemeenten is men er veel meer mee bezig en natuurlijk mogen gereformeerde theologen gebruikmaken van publicaties uit die hoek. Er staat veel waardevols in. Om er nog enkele te noemen: Manfred Böning, ”In de ban van demonische machten” (1989) en het werkje van Peter Mayer van de Bijbelschool Beatenberg (1974), waarin vrijwel dezelfde aspecten aan de orde komen als bij Ten Boom.
Geheel onbekend is het verschijnsel van occulte belasting in de gereformeerde gezindte niet, en het wordt ook niet ontkend. De theoloog H. Bavinck wijst er in deel 3 van zijn ”Gereformeerde dogmatiek” nadrukkelijk op. Maar er is weinig aandacht voor het verschijnsel. Ds. Van Goch heeft gelijk als hij schrijft: „De duivel zal er alles aan doen om gelovigen te misleiden over de realiteit van geestelijke gebondenheid en bevrijding daarvan.”
Maar waarom is er geen poging gewaagd om met een eigen pastorale handleiding te komen, gebaseerd op de Bijbel en rekening houdend met de reformatorische belijdenisgeschriften? Nu moeten wij ons, met alle respect, behelpen met het boekje van Ten Boom. Hebben reformatorische christenen op dit gebied dan helemaal niets in huis? In het gesprek met evangelische christenen over occulte invloeden of wat men daar voor houdt, zal moeten blijken wat de gereformeerde theologie nog te bieden heeft.