Eerherstel voor Jamby–ambtenaren
De drie voormalige ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die zijn vrijgesproken van hun aandeel in de zogeheten Jamby–zaak, krijgen mogelijk eerherstel binnen het ministerie. Minister Van der Hoeven zei dinsdag in de Tweede Kamer dat ze hierover met de drie in gesprek is.
De drie ambtenaren werden ervan verdacht in 2001 facturen en formulieren te hebben vervalst bij de uitbetaling van een financiële vordering van het internetbedrijf Jamby van dj Adam Curry. De rechtbank achtte dit niet bewezen en sprak hen vrij.
De rechter hekelde bij die uitspraak de rol van de voormalige baas van de drie ambtenaren, directeur–generaal J. Vrolijk. Deze had voor de rechter moeten verschijnen omdat hij instructies voor de valsheid in geschrifte zou hebben gegeven. Maar het Openbaar Ministerie verklaarde tegen hem niet voldoende bewijs te hebben. Minister Van der Hoeven schreef enige tijd geleden in antwoord op Kamervragen over de Jamby–affaire dat de leiding van haar departement in juridische zin niets te verwijten valt, maar „wel een zekere morele verantwoordelijkheid droeg voor het gebeurde."