Voorzichtig herstel industrie China, krimp in rest van Azië
De industrie in China liet in maart voorzichtig herstel zien van de zware klappen een maand eerder door de coronacrisis. Maar in de rest van Azië is het beeld in de industrie vooral negatief, waaronder in belangrijke economieën als Japan en Zuid-Korea. Door de crisis is de economische activiteit in Azië fors ondermijnd, blijkt uit de inkoopmanagersindices uit de regio.
Volgens marktonderzoekers Caixin en Markit trok de index voor de omvangrijke industrie in China in maart aan naar een stand van 50,1 van 40,3 in februari. Een stand van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp. Maar de vergelijkbare graadmeter voor de Japanse industrie van Jibun Bank ging vorige maand onderuit naar een stand van 44,8 en die voor Zuid-Korea daalde naar 44,2. Dat zijn de laagste niveaus sinds de financiële crisis.
Ook elders in Azië stond de industriële bedrijvigheid duidelijk onder druk zoals in Vietnam, Indonesië, de Filipijnen, Maleisië en Thailand. Taiwan wist het hoofd nipt boven water te houden. Door de virusuitbraak is de toeleveringsketen verstoord en zakte de vraag naar industriële goederen vanuit China en elders in de wereld. Ook zijn er reisbeperkingen om de verspreiding van het virus tegen te gaan wat zorgt voor een zwakkere vraag.
De malaise komt ook duidelijk naar voren in het zogeheten Tankan-rapport van de Japanse centrale bank dat de stemming van grote Japanse bedrijven meet. Daaruit bleek dat het sentiment in de omvangrijke industrie van het land sterk is verslechterd. Door de crisis moesten bijvoorbeeld Japanse autofabrikanten fabrieken sluiten. De Japanse overheid is bezig met een enorm steunpakket om de economie, de derde van de wereld, te stimuleren.
Economen verwachten dat de zwakte in de industrie van de meeste Aziatische landen voorlopig zal aanhouden en zelfs kan verergeren door de maatregelen om de uitbraak in te dammen in onder meer de Verenigde Staten en Europa. Dat zijn belangrijke afzetgebieden voor industriebedrijven uit Azië.