Dat heeft Van der Hoeven dinsdagochtend laten weten. In het rapport staat dat zowel Van der Hoeven als zijn financieel directeur M. Meurs en hoofd van de administratie B. Verhelst hebben bijgedragen aan boekhoudkundige onregelmatigheden en boekhoudkundige kwesties, berichtte De Telegraaf dinsdag. PWC deed bij 21 werkmaatschappijen van Ahold forensisch onderzoek.

Van der Hoeven leefde in de veronderstelling dat de notitie niet meer actueel was. „Indien mocht blijken dat het rapport nog altijd actueel is, overweeg ik na verdere kennisnemening een juridische procedure tegen PWC aan te spannen”, aldus de ex-topman van Ahold in een schriftelijke verklaring.

PWC zei in een reactie dat de betrokkenen slechts beperkt gebruik hebben gemaakt van hun mogelijkheden het rapport te bestuderen. „We zijn zeer zorgvuldig te werk gegaan.” Van der Hoeven stelt echter dat hij het rapport slechts kort heeft mogen inzien. „Mij is niet om commentaar gevraagd en ik heb ook geen kopie mogen ontvangen.”

Volgens Van der Hoeven zijn vrijwel alle conclusies onjuist en met feiten en documenten te weerleggen. Het zou onder meer gaan om de onjuiste verwerking van overnames in Zweden en Spanje, het onjuist boeken van reorganisatielasten in Spanje, gerommel met inkoopkortingen bij US Foodservice in de VS en valse facturen bij Disco in Argentinië.

Tussen het bedrijf en Van der Hoeven en Meurs is een arbitrage bezig die moet leiden tot een afkoopsom. Het duo stapte februari vorig jaar op nadat de omvangrijke fraude aan het licht was gekomen.

De Telegraaf meldde dinsdag dat Meurs een bedrag van bijna 3 miljoen euro wil. De advocaat van Meurs was niet bereikbaar. Ahold wil niet meer kwijt dan dat het bedrijf geen mededelingen wil doen over „over en weer ingestoken vorderingen.” Hiermee geeft Ahold aan ook geld te claimen bij de voormalige bestuurders.