Duizenden doden per maand in Darfur
Onder de ontheemden in kampen in de Sudanese regio Darfur vallen iedere maand tussen de 6000 en 10.000 doden door ziekte en geweld, zo hebben medewerkers van de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties maandag gezegd.
De cijfers zijn volgens het hoofd van de crisisdienst van de WHO, David Nabarro, „hoger dan die in Oost-Timor en Irak in 1991 en vergelijkbaar met die in Rwanda in de slechte tijd.” Hij noemde het verontrustend dat zes maanden na het uitbreken van de crisis de sterfte nog zo hoog is.
De helft tot driekwart van de sterfgevallen onder kinderen beneden de 5 jaar heeft te maken met diarree, die veroorzaakt wordt door onveilig drinkwater en slechte sanitaire omstandigheden. In 15 procent van de sterfgevallen is sprake van letsel en geweld, aldus de WHO.
In Darfur zijn naar schatting 1,2 miljoen mensen hun dorpen ontvlucht en ondergebracht in 129 kampen, verspreid over een gebied ter grootte van Frankrijk. Meer dan 200.000 mensen zijn uitgeweken naar het buurland Tsjaad.
De sterfte in Noord- en West-Darfur varieerde in de afgelopen twee maanden van gemiddeld 56 tot 148 mensen per dag. Door het aanhoudende geweld kon in Zuid-Darfur alleen in het kamp Kalma de sterfte worden geteld, maar de sterfte was volgens de WHO nog een stuk hoger.
De WHO waarschuwde dat het geld voor de hulpverlening in Darfur eind september op zal zijn, tenzij er nieuwe donaties komen.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie hebben de Verenigde Naties gisteren opgeroepen „onmiddellijk” te onderzoeken of in Darfur sprake is van volkerenmoord, zoals de Amerikaanse regering beweert. De EU-ministers dringen er bij Sudan op aan een staakt-het-vuren af te kondigen, op straffe van VN-sancties, waaronder een mogelijk olie-embargo. Volgens de EU is er geen enkele aanwijzing dat de regering van Sudan „reële en verifieerbare” stappen heeft genomen om de strijdende partijen in Darfur te ontwapenen en te neutraliseren.
In Darfur worden Arabische Janjaweed-milities verantwoordelijk geacht voor geweld tegen de zwarte bevolking. De Sudanese regering ontkent dat zij de Janjaweed de vrije hand geeft om op te treden tegen zwarte Afrikaanse rebellengroepen die in 2003 tegen het regeringsleger in opstand zijn gekomen.