„Wij zijn een volcontinubedrijf. Dat betekent dat wanneer iemand een extra pauze neemt om te roken een collega zijn werk moet overnemen", aldus H. den Uyl, general manager van de drie productielocaties in Nederland. „Wij willen tegemoet komen aan werknemers die het roken niet kunnen beperken tot de reguliere pauzes, maar willen het roken ook niet aanmoedigen. Daarom vinden we dat tegenover de extra rooktijd wat compensatie mag staan."

Den Uyl benadrukt dat Hunter Douglas niet zomaar tot dit rookbeleid is gekomen. Sinds dit jaar is roken op de werkplek wettelijk verboden. Daarom heeft het bedrijf zijn circa vijfhonderd werknemers op de productielocaties in Rotterdam, Oudenbosch (Brabant) en Leek (Groningen) gevraagd naar hun wensen en klachten.

Volgens Den Uyl rookt ongeveer eenderde van de werknemers en zei meer dan driekwart last te hebben van collega’s die een sigaret opsteken. „Rokers hebben dus ook last van elkaar." Op basis van de enquête en in samenspraak met de OR is volgens de manager besloten dat alleen tijdens reguliere pauzes buiten onder een overdekte plaats gerookt mag worden. Ook is begeleiding aangeboden bij het stoppen met roken.

De Stichting Rokersbelangen spreekt schande van de gang van zaken bij Hunter Douglas. De stichting pleit voor een rookbeleid, waarbij rokers niet naar buiten worden gejaagd. De productielocaties van het bedrijf zouden voorzien moeten worden van een rookruimte binnen het bedrijf zonder dat er sprake is van „dwangcompensatie van vrije dagen".

De CNV Bedrijvenbond zegt in een reactie dat het aantal vakantiedagen is vastgelegd in CAO–afspraken en dat het bedrijf deze niet zomaar kan schrappen. Volgens Den Uyl wordt het onderwerp in het reguliere kwartaaloverleg met de bonden besproken zodra er overeenstemming is bereikt met de OR.