Vergaderen in een wereldwijde noodtoestand
Een Webex-vergadering. Tot dinsdag had ik er nooit van gehoord. Maar woensdagavond is het zover. Als kerkenraad hopen we op die wijze kort met elkaar te overleggen.
„We moeten even bij elkaar komen”, is vandaag gemakkelijker gezegd dan gedaan. Of mogen we dat als kleine kerkenraad toch nog wel doen, zolang we maar 1,5 meter bij elkaar vandaan zitten? In ieder geval staat voor woensdagavond een Webex-vergadering op de agenda. Iedereen zal op dezelfde tijd naar een bepaald nummer bellen, een toegangscode intoetsen en dan kan de vergadering beginnen.
De vraag is onder andere hoe we, gezien de aangescherpte maatregelen van minister Grapperhaus, verdergaan met de zondagse kerkdiensten. Als het laatste bericht klopt dat diensten tot dertig mensen mogen doorgaan, hoe kunnen we die dan het beste vormgeven?
Terwijl ik zo het een en ander aan het voorbereiden ben, merk ik gaandeweg dat ik er eigenlijk helemaal niet aan toe ben om te gaan vergaderen. Ook al is het ‘maar’ een overleg op afstand. En is het met het oog op het gemeentelijke leven noodzakelijk dat er een aantal knopen wordt doorgehakt en we onze leden daarover kunnen informeren.
Maar toch… Het voelt zo ongelofelijk dubbel. Ik denk aan alle coronapatiënten thuis of in ziekenhuizen, tot predikanten aan toe. Ik denk aan familieleden die leven tussen hoop en vrees, nu een geliefde in het ziekenhuis ligt. Ik denk aan allen die in ziekenhuizen dag en nacht in touw zijn om zieken bij te staan. Ik denk aan zoveel jongeren en ouderen die treuren om het verlies van dierbaren en niet weten hoe het allemaal moet met de begrafenis. Ik denk aan de dramatische situatie in Lombardije en Madrid, om maar wat te noemen. We verkeren in een wereldwijde noodtoestand! In dat licht wordt ons overleg zo onbelangrijk.
Een binnenkomende e-mail onderstreept waarom het woord ”vergadering” me zo onrustig en ongelukkig maakt. Daarin lees ik Jesaja 26:20: „Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga.” Dát is het toch wat míj voor alles te doen staat? Om sterk aan te houden in het gebed. Voor deze wereld in nood. Voor onze kerken in nood. Voor onze gemeente in nood. Het luisteren naar Gods Woord begint in de pastorie.
Ds. W. L. van der Staaij is predikant van de christelijke gereformeerde Thaborkerk in Scheveningen. Deze week houdt hij een dagboek bij.