Staten eisen stappen tegen Microsoft
Negen Amerikaanse staten hebben districtsrechter Colleen Kollar-Kotelly in Washington maandag gevraagd om scherpere maatregelen te nemen tegen softwareproducent Microsoft dan dit bedrijf is overeengekomen met de federale overheid.
Zij noemen de condities van dat akkoord te vaag en zeggen dat Microsoft daardoor misbruik zal blijven maken van z’n monopoliepositie op het gebied van computerbesturingssystemen. Het verzoek markeert het begin van de laatste fase van het antitrust-proces tegen Microsoft dat in 1998 begon.
In de loop van dit proces is Microsoft schuldig bevonden aan misbruik van z’n monopoliepositie, maar een suggestie om het bedrijf op te splitsen om verder misbruik te voorkomen werd in beroep verworpen. Bij het aantreden van de nieuwe regering-Bush werd duidelijk dat het ministerie van Justitie onder de nieuwe Republikeinse leiding weinig belangstelling toonde voor harde maatregelen tegen Microsoft. Men kwam tot een compromis, waarbij zich tien staten aansloten.
Maar de overgebleven negen staten die vanaf 1998 in de procedure tegen Microsoft betrokken waren, gaan niet akkoord met dit compromis. Zij wezen er maandag op dat Microsoft ondanks de veroordeling z’n monopoliepositie nog steeds misbruikt. Computerproducent Dell bijvoorbeeld was van plan om het besturingssysteem Linux aan te bieden op een aantal computers, maar onder druk van Microsoft zag Dell hiervan af. Het bedrijf biedt nu alleen varianten van Microsofts Windows aan. „Het is duidelijk dat Microsoft ondanks de recente veroordeling niets geleerd heeft”, aldus advocaat Steven Kuney, die de negen staten vertegenwoordigt.
De staten vragen de rechter Microsoft op te dragen een basisversie van het Windows-systeem op de markt te brengen dat andere softwareproducenten in staat stelt om op basis daarvan eigen producten te ontwikkelen. Volgens advocaat Brad Smith, die Microsoft vertegenwoordigt, zijn de staten uit „op Microsofts ondergang.” Hij betwistte de negen staten trouwens het recht om wijzigingen te vragen die voor de hele Amerikaanse markt zouden gelden. Waarnemers verwachten dat het nog weken tot mogelijk enkele maanden kan duren voordat rechter Kollar-Kotelly tot een definitieve uitspraak komt.