Het kabinet besloot vrijdag de pensioenfondsen de vrije hand te geven. Minister De Geus van Sociale Zaken zei er wel direct bij dat mensen zich niet moeten rijk rekenen. „Het gaat misschien om 4000 euro, waar dan nog het bijzondere belastingtarief van afgaat.”

Het voorstel vloeit voort uit het schrappen van de fiscale aftrek van prepensioenpremies in 2006. Het sparen voor prepensioen wordt daardoor onaantrekkelijk. Het kabinet wil stimuleren dat werknemers langer doorwerken. Werknemers kunnen het geld niet zelf opeisen, de sociale partners die de fondsen besturen, beslissen wat er met de al opgebouwde spaarpotten gebeurt.

Woordvoerder Chris Baggerman van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) tekent erbij aan dat de kans uiterst klein is dat een fondsbestuur besluit de opgebouwde premies desgevraagd uit te keren. „Het druist in tegen de solidariteitsgedachte.” De RMU deelt dat bezwaar.

Eerder deze week lekten de plannen al uit. Geven pensioenfondsen de opgebouwde rechten vrij, dan zijn er volgens het plan van De Geus en staatssecretaris Wijn (Financiën) drie mogelijkheden. De werknemer kan het gespaarde bedrag gebruiken als aanvulling op het oudedagspensioen, dat ingaat op zijn 65e levensjaar. Hij kan het ook storten in de nog op te zetten levensloopregeling, waarmee werknemers kunnen sparen voor vormen van verlof.

Tot slot kan de werknemer zich het gespaarde bedrag laten uitkeren voor consumptieve doelen. In het laatste geval moet er wel belasting worden betaald. Wie ervoor kiest te sparen voor ouderdomspensioen of levensloopregeling, wordt door de fiscus met rust gelaten.

Volgens De Geus is het verreweg het aantrekkelijkst het geld in te zetten voor de levensloop. Werknemers kunnen met die nog op te zetten regeling sparen voor verlof tot 1,5 jaarsalaris. Nemen zij tussentijds verlof op, dan kunnen zij dat ook aanvullen tot 1,5 jaarsalaris.