Kabinet trekt de knip voor bedrijven
Het steunpakket voor ondernemers die in problemen zijn geraakt door het coronavirus, gaat tientallen miljarden euro’s kosten. De komende drie maanden is al 10 tot 20 miljard nodig.
Minister Wobke Hoekstra van Financiën kondigde dinsdagavond aan dat ondernemers die zijn geraakt door de coronapandemie, een tegemoetkoming kunnen vragen tot 90 procent van de loonsom van hun werknemers. De overheid vult de kosten van de uren die werknemers vanwege de crisis minder werken, aan om te voorkomen dat mensen hun baan verliezen.
Hoekstra benadrukte dat het kabinet bereid is alles uit de kast te trekken om Nederland door de crisis te loodsen: „De afgelopen jaren hebben we niet alleen veel geïnvesteerd in de samenleving, maar ook de overheidsfinanciën op orde weten te brengen. Dat hebben we gedaan om moeilijke tijden zoals die nu zijn aangebroken, goed door te komen.”
De maatregelen van het kabinet zijn „tijdelijk, en buitengewoon fors”, zei Hoekstra. „Waar nodig, zullen we alle maatregelen verder uitbreiden.” De minister wil tegelijkertijd „realistisch” blijven: „De periode die we nu voor de boeg hebben, zal niet gemakkelijk zijn.”
De regeling heet de ”Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud” en vervangt de huidige werktijdverkortingsregeling. De afgelopen dagen deden 78.000 bedrijven hier een beroep op, zei minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De werktijdverkortingsregeling is gericht op hulpverlening aan zo’n 200 bedrijven.
Lenen
De nieuwe regeling zal naar verwachting tientallen miljarden euro’s kosten. Alleen al in het komend kwartaal is zeker 10 tot 20 miljard euro nodig, zo becijferde minister Hoekstra. Dat bedrag kan verder oplopen als meer bedrijven een beroep op de regeling doen. Het pakket bevat ook maatregelen voor de korte termijn, zoals uitstel van de belastingafdracht.
De overheid moet de extra miljarden gaan lenen. Nederland mag volgens de Europese begrotingsregeling de staatsschuld nog met zo’n 90 miljard euro laten oplopen. Ingewijden zeggen dat het noodpakket het investeringsfonds vervangt dat Hoekstra met Wiebes bedacht.
Dinsdagavond werd ook bekend dat de overheid garant staat voor overbruggingsleningen die grote bedrijven aanvragen. Het budget wordt verhoogd van 400 miljoen naar 1,5 miljard euro. De garantieregeling voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) was al verruimd wegens de coronacrisis.
Onderdeel van het noodpakket is eenmalige tegemoetkoming die met name is gericht op het mkb. Onder meer de horeca, reisbranche en cultuursector kunnen sowieso eenmalig een bedrag ontvangen van 4.000 euro, zo maakt minister Eric Wiebes van Economische Zaken bekend.
Bedrijven die in ernstige problemen komen doordat ze bijvoorbeeld nauwelijks klanten en/of personeel meer hebben, kunnen aankloppen bij een „noodloket”, zegt Wiebes. Welke bedrijven precies in aanmerking komen, maakt hij binnenkort duidelijk. De regeling is bedoeld voor mkb-ondernemers die de deuren voorlopig moeten sluiten.
Zzp’ers
Zzp’ers die in de knel zijn gekomen door de coronacrisis, kunnen hun inkomen voor in ieder geval de komende drie maanden aangevuld krijgen tot het bestaansminimum. De strenge voorwaarden die normaliter gelden voor de bijzondere bijstand, laat het kabinet vervallen. De uitkering wordt versneld toegekend. Normaal duurt het dertien weken voor de bijzondere bijstand wordt uitgekeerd, nu kan dat binnen vier weken. Bovendien kunnen zzp’ers om een voorschot vragen.
Minister Wiebes erkende dinsdag dat zijn uitspraken over zzp’ers afgelopen zondag „een stuk handiger hadden gekund." De minister zei in een tv-programma dat zelfstandigen de groep zijn die zelf heeft gezegd: ik hoef geen vast dienstverband. „Dit zijn mensen die hebben zelf bewust dat risico genomen”, zei hij. De bewindsman was op dat moment al bezig een regeling voor te bereiden, maar mocht daar nog niets over zeggen.
Ondanks de getroffen maatregelen zullen er toch ondernemingen gaan omvallen door de crisis, waarschuwde minister Hoekstra. „Dit gaat pijn doen. We kunnen niet uitsluiten dat ondernemingen hun werk niet gaan voortzetten.”