De zorgcapaciteit is nooit onbeperkt
Het coronavirus grijpt snel om zich heen, ook in Nederland. Voor de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) is het reden om sinds maandag een dagelijkse update van de ic-capaciteit te geven. Daarbij wordt het aantal COVID-19-patiënten op de ic vermeld maar –om paniek te mijden– nog niet de bezettingsgraad.
Terecht; de procentuele bezetting is immers een veranderlijk gegeven. Het aantal ic-bedden, het getal onder de streep, kan met extra crisismaatregelen worden opgeschaald en dus fluctueren van dag tot dag. Blinde paniek over een vermeend tekort kan dan achteraf zomaar onnodig blijken. Dat is dubbel ongewenst.
De ic-capaciteit werd recent ook aangekaart in een Tweede Kamerdebat. Daarbij keerde 50PLUS zich tegen het hanteren van strakke leeftijdsgrenzen waarbij bijvoorbeeld 80-plussers in geval van schaarste categorisch van de ic zouden worden geweerd. De motie die de partij daarover indiende, haalde een meerderheid, maar dat ‘succes’ had een zeker symbolisch gehalte. Ouderdom is in de Nederlandse zorg niet hét criterium voor wel of niet intensief behandelen; naast leeftijd speelt ook iemands medische conditie mee.
De PVV riep zorgminister Bruins op alles uit de kast te halen om genoeg ic-capaciteit te bewerkstelligen. Zou de regering dat achterwege laten zonder zo’n aansporing? Bruins benadrukte terecht dat de Tweede Kamer alleen op een inspanningsverplichting kan aandringen; niet op een resultaats- of garantieplicht.
De moeilijkste vraag over de ic-zorg kwam in de Kamer tot dusver nog niet aan bod. Doet de NIVC er wijs aan om ook inzichtelijk te maken volgens welke criteria ziekenhuizen patiënten gaan selecteren, als het gevreesde schaarste-scenario onverhoopt werkelijkheid wordt?
Onbeperkt is het zorgaanbod in Nederland nooit. Dat houdt in dat ziekenhuizen ook in goede tijden hun zorg proberen in te richten vanuit twee breed gedeelde, leidende principes: rechtvaardigheid en doelmatigheid. Vandaar het systeem van verplichte eigen bijdragen en vandaar de lijst met niet bewezen effectieve ingrepen, die bedoeld is om overbehandeling en geldverspilling tegen te gaan.
Maar wat betekenen rechtvaardigheid en doelmatigheid concreet als de grenzen van de ic-capaciteit zijn bereikt? Die vraag stemt tot nadenken. Ziekenhuizen hebben het in samenspraak met hun medisch-ethische commissies uitgewerkt in interne draaiboeken, maar het vergt wijsheid om op voorhand in te schatten wat er met het openbaar maken daarvan te winnen én te verliezen valt.
Één ding staat echter vast: de realiteit verzacht je niet door als volksvertegenwoordiger of als burger van de regering of de zorg het onmogelijke te vragen. Niets is af te eisen, niets komt ons toe. Zorgschaarste stemt niet tot het ballen van de vuisten. Eerder tot inkeer en tot nederigheid.