Poepende potvis levert klimaatwinst op
Alle beetjes helpen als het gaat om het tegengaan van klimaatverandering. Soms zit klimaatwinst in onverwachte hoek. Zo kan het beter beschermen van walvissen bijdragen aan vermindering van de CO2 in de lucht. Klimaatonderzoeker Peter Siegmund van het KNMI legt uit hoe dat kan.
„Walvissen vinden hun voedsel in de zee op grote diepte, maar poepen nabij het oppervlak”, schrijft de klimaatwetenschapper op de site van het instituut. Walvispoep bevat meststoffen als ijzer en stikstof, die samen met zonlicht én CO2 de productie van fytoplankton stimuleren. „Nadat het plankton is afgestorven of opgegeten, komt de koolstof uit de CO2 uiteindelijk in de diepzee terecht.”
De hoeveelheid koolstof die bijvoorbeeld een potvis op deze manier uit de lucht haalt, is niet gering: 17.000 kilo per jaar. Een boom is goed voor zo’n 5 kilo koolstof. De klimaatbijdrage van een potvis staat dus ongeveer gelijk aan die van 3400 bomen. Daar komt nog bij dat de koolstof die met het afgestorven plankton op de zeebodem belandt, daar lang blijft liggen, terwijl het bij bomen weer vrijkomt wanneer hout wegrot of wordt verbrand.
Als de walvispopulatie fors zou toenemen, kunnen ze er volgens Siegmund samen mogelijk voor zorgen dat 1 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot wordt afgevangen.