Toegankelijk overzicht van de Bijbelwetenschap
De Bijbel is voor gelovigen de gezaghebbende Heilige Schrift, voor niet-gelovigen een van de grote werken uit de wereldliteratuur. Voor beide groepen wil John Barton het verhaal van de Bijbel vertellen, vanaf het begin tot de hedendaagse interpretatie. Dat heeft geresulteerd in een toegankelijk overzichtswerk van hoge kwaliteit.
John Barton is als oudtestamenticus en voormalig hoogleraar Bijbelinterpretatie bij uitstek geschikt om een overzicht te geven van de huidige stand van de Bijbelwetenschap en de totstandkoming en receptiegeschiedenis van de Bijbel. Hij is niet alleen wetenschappelijk ter zake kundig, maar schrijft als anglicaans priester ook vanuit een gelovig perspectief.
Het boek begint met twee delen over het Oude en het Nieuwe Testament. Barton geeft een overzicht van de historische context en gaat daarna in op de verschillende genres met hun achtergrond, inhoud en ontwikkeling. Hij weet nauwkeurig en beknopt de kern van allerlei discussies weer te geven en erkent eerlijk wat niet zeker is.
Barton heeft oog voor zowel conservatieve als kritische opvattingen in de Bijbelwetenschap en geeft zijn eigen genuanceerde en onderbouwde oordeel. Hij volgt de hoofdlijn van het moderne onderzoek; zo beschouwt hij de vroege geschiedenis van Israël (alles voor de tijd van David en Salomo) als historisch onzeker en gaat hij ervan uit dat er slechts zeven authentieke brieven van Paulus zijn.
Canonvorming
In het derde deel besteedt Barton aandacht aan de canonvorming en de tekstgeschiedenis van de Bijbel. Tegenover het populaire idee dat de canonvorming een late en nogal willekeurige beslissing van de kerk was (soms met de suggestie dat andere boeken verduisterd zijn) verdedigt hij dat van het Oude Testament halverwege de eerste eeuw na Christus een gezaghebbende verzameling bestond en dat de meeste boeken van het Nieuwe Testament in de tweede eeuw al gezaghebbend waren (dat alle andere boeken van de canon werden uitgesloten, is wel een latere ontwikkeling).
Ook bij de enkele boeken van het Oude Testament waarover verschil van mening bestaat, staat volgens Barton niet de canoniciteit ter discussie, maar alleen de rituele omgang met de boekrollen. De canonieke boeken werden niet ‘gekozen’, maar ze werden aanvaard omdat ze altijd al werden aanvaard.
Het vierde deel behandelt de Joodse en christelijke interpretatie van de Bijbel vanaf de eerste eeuwen tot heden. Barton laat vooral de verschillende methoden van Bijbeluitleg zien. De bespreking van de laatste eeuw is vrij beknopt. Een afzonderlijk hoofdstuk gaat over (Engelse) Bijbelvertalingen.
Inspiratie
Ten slotte gaat Barton in op ”de Bijbel en het geloof”. Zijn stelling is dat de huidige praktijken van christendom en jodendom niet direct zijn terug te voeren op de Bijbel zelf. Met te letterlijke opvattingen van inspiratie kan Barton niet uit de voeten. Hij ziet het christelijk geloof en de Bijbel als twee elkaar deels overlappende cirkels. Het terechte punt daarvan is dat de Bijbel altijd weer veelzijdiger en weerbarstiger is dan wij denken, in totstandkoming én inhoud. Dat is echter geen gebrek; juist de rijkdom van de Schriften is reden om telkens opnieuw te luisteren. Barton kijkt soms wel te nauw Bijbelwetenschappelijk. Een statement dat de leer van de Drie-eenheid niet letterlijk in de Bijbel terug te vinden is, gaat te snel voorbij aan theologische bezinning.
John Barton heeft een prachtig overzichtswerk geschreven. Het is jammer dat de vertaling soms misgrijpt bij vaktermen en dat in het tekstregister de paginanummers ontbreken. Maar wie een grondig en toegankelijk overzicht van de stand van de Bijbelwetenschap en de Bijbelse receptiegeschiedenis zoekt, kan hier uitstekend terecht.
De Bijbel. Het boek, de verhalen, de geschiedenis, John Barton; uitg. De Bezige Bij; 732 blz.; € 49,99